woensdag 27 januari 2021

Subhas Chandra Bose, vader des vaderlands

 

Subhas Chandra Bose, vader des vaderlands

 

(Doorbraak, 27 januari 2021)


Op zaterdag 23 januari 2021 werd in India in brede kring Subhas Chandra Bose (Engelse schrijfwijze van de Bengaalse uitspraak van Subhāśa Candra Vasu; spreek uit: Soebhaas Tsjandra Boos) herdacht, geboren 124 jaar eerder, maar volgens hindoetelling 125. Zijn verhaal zou een Vlaming moeten interesseren, ook al had u wellicht nog nooit van hem gehoord.

SC Bose was in de jaren 1930 een leider van de linkervleugel van het Indiaas Nationaal Congres, de vrijheidsbeweging in het gekoloniseerde India en werd er in 1938 ook tot voorzitter gekozen. Mahatma Gandhi gebruikte echter zijn feitelijke dictatoriale macht om hem tot aftreden te dwingen. Achteraf is gespeculeerd dat hij dat gedaan had omdat de Britse overheid hem gebriefd zou hebben over contacten tussen Bose en de Duitse ambassade, wat de Congresbeweging in diskrediet zou kunnen brengen.

Nadat het Verenigd Koninkrijk in september 1939 aan Duitsland de oorlog verklaard had, zag hij de kans om eerdere mislukte pogingen om de Britten via gewapende strijd te verdrijven, nu met de hulp van een machtige anti-Britse bondgenoot door te zetten. Hij had altijd al gevonden dat vrijheid niet gekregen maar genomen wordt.

 

 

Netaji

Aanvankelijk dacht hij aan de Sovjet-Unie, wat echter geen vijandigheid tegenover nazi-Duitsland impliceerde. In 1940 weten de communisten wereldwijd de omvorming van een plaatselijk en kort oorlogje met Polen tot een wereldoorlog aan de westelijke ‘koloniale bourgeois-regimes’, niet aan Duitsland..

Hij slaagde erin om uit huisarrest te ontsnappen en via Afghanistan naar Moskou te vluchten, een spannend mantel-en-degenverhaal op zich. Daar waren ze echter niet in oorlog met het VK, dus stuurden ze hem door naar Berlijn, begin 1941 nog hun bondgenoot onder het Molotov/von Ribbentrop-pact. Uit Indiase krijgsgevangenen aan het Libische front vormde hij een legertje van 3000 man dat onder nazi-leiding kwam. In Hamburg 1942 werd Rabindranath Tagore's lied Jana Gana Mana (‘(gebieder van) de geest van het volk’, nl. Krisjna) voor het eerst als nationaal lied gezongen, wat het in de Indiase republiek nog steeds is.

Kort daarop bracht een duikboot hem naar het Japanse front, want het leek erop dat Japan na Maleisië en Birma ook India op de Britten ging veroveren. Met 50.000 krijgsgevangenen uit het Britse-Indiase leger te Singapore vormde hij het Azad Hind Fauz, ‘Vrij India leger’. Hij riep de onafhankelijkheid van India uit, waarvan hij alleen de noordoostelijke grensstrook en twee eilandengroepen in handen had. Bij de Japanse nederlaag vluchtte hij om zich in Mantsjoerije aan de Sovjets over te geven, maar in Taiwan zou hij in een brandend vliegtuig omgekomen zijn (‘zijn’ asse wordt bewaard in Tokio's Renkoji-tempel). Britten die een krijgsgevangen overlevende ondervroegen, besloten echter dat Bose zijn eigen dood geënsceneerd had.

De processen wegens hoogverraad tegen zijn luitenants vormden de aanleiding tot sterke anti-Britse gevoelens en de opstand van de zeemacht begin 1946. Congresbemiddeling wist die nog voor één keer te bedaren, maar de Britten begrepen dat ze niet meer op de loyauteit van hun troepen konden rekenen. Daarom, zo blijkt uit de intern-Britse communicatie en is later ook door de toenmalige premier Clement Attlee bevestigd, vermeden de Britten een nederlaag door de overdracht van de macht aan te kondigen. (zie ook koenraadelst.blogspot.com/2019/05/subhas-bose-vindicated.html) Niet de Mahatma maar wel Netaji is de vader van India's onafhankelijkheid.

 

 

Links

Het is niet als politiek denker dat hij zijn lauweren verdiende. Hij schreef in 1935 vol verwachting over de socialistische dictatuur die een onafhankelijk India zou moeten krijgen, een combinatie van het beste in fascisme en communisme. In 1934 had hij op reis in Europa Benito Mussolini ontmoet; zijn epitheton Netaji, eerbetuigende vorm van neta, ‘leider’, is een vertaling van Duce of Führer.

Als oprecht linkse collaborateur en vrijheidsstrijder voor 's werelds grootste kolonie past hij niet in de zwart/wit-schema's over WO2: een eminent geval van ‘brouiller les pistes’. In India zitten ze er echter niet mee: de luchthaven van Kolkata heet Netaji Airport. Zijn in 1939 opgerichte partij All-India Forward Bloc heeft in talloze bestuurscoalities gezeten, vooral in de deelstaat West-Bengalen samen met de Communisten. Hij bleef hoe dan ook een icoon van de progressieve agenda: zijn leger was geïntegreerd daar waar het Brits-Indiase per kaste ingedeeld was, en het bevatte een vrouwenbataljon.

Hij was een held, zeker, maar niet feilloos. Hij was een islamzoollikker, zoals je van een linkse nazicollabo tweewerf kan verwachten. Alle terminologie in zijn leger en voorlopige regering was Oerdoe, nu de officiële taal van Pakistan, bijvoorbeeld alle drie woorden in Azad Hind Fauz, of de naam van zijn regering, niet het gebruikelijke Hindi sarkār maar het Arabischstammige hukūmat. Verder wordt hij ervan beschuldigd, als bestuurder van de stad Kolkata daar de corruptie vrij baan gegeven te hebben.

Volgens onderzoeksjournalist Anuj Dhar heeft Bose de oorlog overleefd en kwam hij in Sovjet-gevangenschap terecht. Daar wordt het spoor onduidelijker, en Dhar voert campagne voor het vrijgeven van de desbetreffende documenten in Moskou én in Delhi. De eerste premier, Jawaharlal Nehru, zou er namelijk bij Stalin op aangedrongen hebben om Bose niet vrij te laten.

Een toemaatje: in 1937 trouwde hij met de Oostenrijkse Emilie Schenkl (d.1996), en in 1942 werd hij vader van een dochter, Anita Bose (getrouwd Pfaff). Zij werd economieprof te Augsburg, sociaaldemocratisch politica, en moeder van drie. Toen zijn fans in India van haar bestaan hoorden, weigerden zij het te geloven: een man kan maar zoveel charisma hebben door zijn sperma op te sparen in plaats van het aan seks te verspillen.

 

 

India eerst

 

Waarom wordt deze allervooraanstaandste collaborateur met het verliezende kamp door heel het politieke spectrum in India op handen gedragen (om nog maar van Indonesië te zwijgen, waar de zopas door David Van Reybroek verheerlijkte Revolusi volledig het werk van collaborateurs was)? In India weet men goed dat nationalisten in 1939-45 verschillend op WO2 reageerden. Bijvoorbeeld, de hindoenationalisten namen op aangeven van hun leider VD Savarkar massaal dienst in het Britse leger om militaire training en ervaring te verwerven. Maar zij dienden naar eigen inzicht hetzelfde doel: India. De verzoening tussen die verschillende opstellingen volgde logisch uit de gemeenschappelijke vaderlandsliefde.  

 

(volgende week: Waarom Vlaanderen geen Subhas Bose heeft)

(genoemde personen: Subhas Chandra Bose, Mahatma MK Gandhi, Rabindranath Tagore, generaal GM Bakshi, Anuj Dhar, Clement Attlee, Emilie Schenkl, Anita Bose Pfaff, Jawaharlal Nehru, Jozef Stalin, David Van Reybroeck, Vinayak Damodar Savarkar)

woensdag 20 januari 2021

Zonder als'en en maar'en: de vrije meningsuiting

 

Zonder als’en en maar’en: de vrije meningsuiting

 

(Doorbraak, 20 januari 2021)

In Doorbraak lees ik dat de gewaardeerde Waalse geleerde Jules Gheude (“Sociale media en de vrijheid van meningsuiting”, 17/01/2021) stelling neemt vóór inperkingen op de vrije meningsuiting. Hij vertolkt maar wat talloze stemmen uitspreken, genoeg om het beleid in nagenoeg het gehele Westen in de door hen gewenste richting te sturen: naar meer censuur. Wij gebruiken Gheude’s woorden om deze vloedgolf van mening-inperkende meningen weer te geven.

Inzake vrije meningsuiting is men ofwel absolutist, ofwel tegen. Daar gaat het echter al mis: ‘Ik ben vóór vrije meningsuiting, maar…’ Aldus in Gheude’s woorden: ‘Zoals iedereen weet mag men alles zeggen en schrijven op voorwaarde dat men niet tot haat of geweld aanzet, geen negationistische of racistische uitlatingen doet, niet beledigt of tergt’.

Op gevaar af goedkoop te zijn, stel ik vast dat die tallozen op dezelfde lijn zitten als Hitler en Stalin. Die vonden meningsuitingen best OK, mits die niet tegen hun eigen partijlijn ingingen. Het is echter niet voor die toestand, met toegelaten tegenover verboden meningen, dat de term ‘vrije meningsuiting’ is uitgevonden.

Vrijheid van meningsuiting betekent altijd ook de vrijheid van de andersdenkenden. Dat inzicht wordt zelfs aan Rosa Luxemburg toegeschreven, hoewel het bij haar alleen communistische andersdenkenden betrof. Liever verwijzen we hier naar George Orwell: ‘Vrijheid is het recht om te zeggen wat men niet wil horen.’ Je kan nog altijd tonen wat een goeie antiracist je wel bent ook als je racistische meningen duldt.

Wat aanvallen tegen een persoon betreft: het uiten van beledigingen of ‘tot haat aanzetten’ is onbeleefd, maar moet niet het voorwerp van een wettelijk verbod zijn. Het staat ons vrij onze afkeuring zelf te laten blijken en het gedrag van de belediger in gunstige richting te beïnvloeden. ‘Haat’ is een mening, en wie de vrije meningsuiting belijdt, steunt het recht om aan haat uiting te geven. Of wou hier iemand een slachtoffer van verkrachting het recht ontzeggen om de dader te haten? Ethici zullen misschien zeggen dat vergiffenis hoogstaander is dan haat, maar dat is wat anders dan haat te verbieden.

Bij aanvallen op personen is ‘aanzetten tot geweld’ een bijzonder geval, dat zonder schending van het recht op vrije meningsuiting toch kan verboden worden. Zeggen dat iemand hatenswaardige dingen gedaan heeft, is een mening; maar zeggen: ‘Schiet hem neer!’ is dat niet. Meningen staan spraakkundig in de aantonende wijs (indicatief), oproepen in de gebiedende wijs (imperatief). Meningen hebben een tegendeel: tegenover ‘hatelijk’ staat de beoordeling ‘niet hatelijk’. Pleitbezorgers van censuur voeren vaak aan dat in een vol theater ‘brand!’ roepen toch óók verboden mag worden, ‘dus’ dat meningen niet boven censuur verheven staan. Maar hebt u al ooit ‘geen brand!’ horen roepen? ‘Brand!’ is geen mening doch, naar betekenis, een gebod, namelijk een oproep tot paniek.

Dat sommige menselijke geluiden niet de kwalificatie ‘mening’ verdienen, is een standpunt dat de censuurliefhebbers zelf al ingenomen hebben. Zij rechtvaardigen het verbod op racistische uitingen met de leuze: ‘Racisme is geen mening, racisme is een misdaad!’ De verdedigbare kern daarin is de erkenning dat niet elke menselijke uitingen als mening kan gelden; maar dat is niet het element ‘racisme’. Tegenover, om maar de vandaag gebruikelijkste uiting van racisme te noemen, de inschatting dat een personeelsbestand (bijvoorbeeld dat van de steden Gent en Brugge) ‘te blank’ is, staat de tegenmening dat het ‘niet te blank’ is. Het is dus wel degelijk voorwerp van een debat, hoe gedempt ook, en bijgevolg een gezichtspunt, een mening.

Tegen de parlementaire aanvaarding van de muilkorf tegen racisme in 1981 was er een minderheid van tegenstemmers, met name de Volksunie. De negationismewet werd in 1995 echter met bijna-unanimiteit goedgekeurd, ook door het Vlaams Blok (al zou Karel Dillen die goedkeuring bij zijn afscheid in terugblik als een fout veroordelen), alleen de CVP-er Herman Suykerbuyk onthield zich. Niemand durfde de joodse gemeenschap voor het hoofd te stoten, als vanzelf aannemend dat die zulke muilkorf zou steunen. Welnu, toen Tony Blair als premier aan de Brits-joodse gemeenschap voorstelde om ook een negationismeverbod in te voeren, wees die dat af (in de plaats kwam een gedenkdag voor de Holocaust): zij verklaarde, altijd juist gedijd te hebben onder het Britse liberalisme.

Het criterium voor vrijheidsliefde voor politici, en bij uitstek voor liberale politici, is dat zij onmiddellijk de afschaffing van alle muilkorfwetten doen goedkeuren. Dat zal hun (en ook de auteur van onderhavig pleidooi) tijdelijk een storm van linkse verontwaardiging opleveren. Hun pleidooi voor spreekvrijheid zelfs voor racisten zal ongetwijfeld zelf als een racismebelijdenis geduid worden. Tja, wij hebben ook nooit gezegd dat je vrijheid gratis krijgt: er is soms een redelijk beetje moed voor nodig, en het trotseren van laster.

Alleszins, de welhaast terloopse aanvaarding van het voldongen feit van een wettelijk verbod op racistische en negationistische meningen schreeuwt om een rechtzetting. Dat verbod is, hoewel door de hoogste rechtsorganen ad hoc goedgekeurd, ongrondwettelijk.

Tegen de grondwet en het vrijheidsbeginsel roept Gheude de volkswil in: ‘Sommigen, zoals met name Éric Zemmour, veroordelen elke censuur en roepen de soevereiniteit van het volk in.’ Maar de censuur is juist ingevoerd door ‘de wetgever, te weten dus de parlementsleden die wettelijk verkozen zijn …door het volk’. Tja, dat opent dan een ander debat, dat over rechtstreekse versus vertegenwoordigende democratie. De stemming over een EU-grondwet toonde zowel in Frankrijk als in Nederland een ruime meerderheid pro bij de volksvertegenwoordiging maar een afgetekende nee-meerderheid bij het referendum: de politici ‘vertegenwoordigen’ de volkswil niet. Een volksstemming over pakweg het stoemelings ingevoerde taboe op ‘blanke’ en ‘neger’ (in alfabetische volgorde) zou allicht geen democratische meerderheid opleveren.

 

Op één punt heet Gheude echter gelijk: de sociale media        hebben het recht om talloze conservatieve stemmen tot en met de VS-president te censureren, ook al is daar veel verontwaardiging over. Zij zijn immers private firma’s, niet gebonden door het grondwettige verbod op censuur door de overheid. De technologiegiganten hebbend klinkend getoond waar zij ideologisch staan, en het is aan de vrije markt om het resulterende onrecht recht te zetten. Maar dat gebeurt dan ook, en prompt, getuige de grootschalige verhuizing naar MeWe, Gab, Telegram, Signal en andere mededingers op de ICT-markt. Mogelijk zal het socialemediaveld opnieuw, zoals in de beginjaren, een vrijplaats voor meningsuitingen worden. Zoals Hugo Schiltz het zei: gedaan met treuren en zeuren!

woensdag 13 januari 2021

Rechts over Trump

 

Rechts over Trump

 

(Doorbraak, 12 januari 2021) 

Links begrijpt zeer weinig van zijn grote boeman, Rechts. De beoordeling van de zeer tijdelijke bezetting van het Capitool in Washington op 6 januari, 'staatsgreep' en al, geeft weer eens een scheefgetrokken beeld van wat er echt gebeurd is. Wij steken liever ons licht op bij de intelligente rechterzijde in de VS, eerstehands.

         Robert Spencer, beheerder van de islamkritische webstek Jihadwatch, heeft in 2020 een boek over een heel ander onderwerp geschreven: Rating America’s Presidents, een vergelijkende inschatting van alle VS-staatshoofden. Hij beoordeelt Donald Trump op basis van zijn beleidsresultaten als één van de beste. De nasleep van het Capitool-incident vergelijkt hij met de manier waarop de nazi’s van de Rijksdagbrand gebruik maakten om de oppositie te vernietigen: ‘Niemand kan enige uitspraak van president Trump aanwijzen waarin hij zijn supporters oproept om het Capitool te bestormen, laat staan een coup te plegen tegen de VS-regering, maar dat doet er niet meer toe.’ (‘The Left is enjoying its Reichtstag fire moment’, PJ Media, 9 jan.) Het Bestel en de media hebben immers anders beslist.

 

         Feitenbasis

        Een feitenbasis onder de antiracistische beroering over George Floyd, met tientallen doden, ontbrak (er was geen enkele aanwijzing voor een racistische beweegreden), en idem voor de tornado van verontwaardiging over Trumps verantwoordelijkheid voor de bestorming. Hij had opgeroepen tot een betoging, wat gewoon toegelaten is, en heeft nadien de bezetting en het geweld veroordeeld.

         Hem valt formeel geen verantwoordelijkheid aan te wrijven: ‘Nu de Democraten in het Congres besloten hebben dat wat president Trump op de 'Save America'-betoging tot een rel aanspoorde, is het een goed idee, te zien wat hij eigenlijk gezegd heeft. Vraag jezelf dan af welke woorden jou ertoe gebracht zouden hebben, in het Capitool in te breken en dingen te vernielen?’ (Victoria Taft: ‘Which of these words spoken by Trump would cause you to riot?’, PJ Media, 11–1)

        Dat pleit hem juridisch wel vrij, maar in andere opzichten geldt hij wel als politiek schuldig. Dat is ten eerste zo voor zijn eigen fans. Die simpele geesten die niet boven het niveau van personencultus uitstegen maar wel onmiskenbaar loyaal, heeft hij ‘onder de bus gegooid’ door zich meteen na de gebeurtenissen koudweg van hen te distantiëren. Ook zonder de dramatische afloop was de betoging voor de deelnemers trouwens teleurstellend: ze was niet opgevat als deel van een grotere beweging, waarin kraampjes hen opwachtten en e-mail-adressen verzameld werden om verdere agitatie te organiseren. Het ging alleen over Trump.

Ideologisch meer afgetekende types bij het online medium VDare.com wijden een artikelenreeks aan The Stupid Party, de Republikeinen die zich steeds weer in de voet schieten (de Democraten zijn dan The Evil Party). Het gaat minder tegen het ruggengraatloze partijbestuur, dat de slippen van de Democraten draagt in de aanval op Trump, wel tegen Trump en zijn aanhangers zelf.

 

Doelloos 

David Cole stelt de vraag aan alwie de inval in het Capitool steunde: 'Wat had er moeten gebeuren?... Wat had het eindspel moeten zijn? Vier betogers stierven, één (een veterane) door de stadspolitie. Agenten werden geslagen, één van hen stierf... Okee, Dat was het slechte resultaat, maar wat was het gewenste? “Niets zal ons tegenhouden”, schreef de veterane uren vóór ze doodgeschoten werd bij haar poging om door een gebroken venster het Capitool in te klimmen. “Ons tegenhouden” van wat? Wat was het doel van de hele stunt?' (‘Well, That Went Great’, Takimag, 12-1)

Soms valt zelfs bij een mislukking eer te behalen, niet echter bij zulk doelloos doch dodelijk kinderspel. En dat lag niet aan een snel-verzonnen Antifa-infiltratie, noch werd het goedgepraat doordat Antifa-BLM-betogingen ‘het óók doen’ (bv. 60+ agenten gewond bij de belegering van het Witte Huis eind mei), toch niet bij een beweging die zich als het antwoord op de linkse anarcho-tirannie presenteert. Cole noemt het 'een explosie van dwaasheid die voor een generatie aan de rechterzijde zal blijven plakken'.

Om een oorlog te winnen heb je een leger nodig. Dat betekent niet wapens meebrengen, wel discipline, gemeenschappelijk doelgerichtheid. De Romeinen prezen de individuele moed van de Gallische krijgers maar versloegen hen wel wegens hun eigen falanx-organisatie. Dat is bij de extremen het verschil tussen links en rechts, met figuren die door hun alleengang de rechtse zaak veel schade toebrengen. Hier had je er die de politie aanvielen of vice-president Mike Pence bedreigden, niet op bevel maar uit eigen temperament. Zij zoeken niet de overwinning, wel hun emoties uitleven.

 

Ann Coulter

In de uren vóór de raid schreef Ann Coulter haar eindoordeel over dit presidentschap: 'The election is over. Here’s the truth about Trump.' (Takimag, 6-1) Dat was net na de nipte Republikeinse nederlaag in de senaatsverkiezingen in Georgia: 'Wanneer we werkelijk alle hens aan dek nodig hadden in Georgia, was Trump een sloopkogel. Hij kwam er iedereen beledigen en weigerde over iets anders te praten dan zichzelf.' 

Hij heeft deze verkiezing doen kantelen ten voordele van de Democraten. Na het presidentschap ging nu ook de senaatsmeerderheid voor de Republikeinen verloren, met enorme gevolgen in de cultuurstrijd. 'Wellicht zijn de Amerikanen doodsbang voor de Democraten, maar ze zijn ook Trump kotsbeu.'

Ja, zegt Coulter, ‘de Democraten fraudeerden. (…) Misschien had iemand daartegen moeten ingrijpen voor de verkiezing. (…) Het gebruikelijke probleem met Trump is dat hij vol praatjes is, maar geen daden. Hij praatte over de massieve fraude die uit het stemmen per post zou voortkomen (…) maar deed niets. Hij praatte over “wet & orde” toen steden platgebrand werden, maar deed niets. Hij praatte over de muur’, enzovoort.

Nochtans had Trump de wind in de zeilen: populaire thema’s die anderen niet aandurfden, toegewijde volgelingen, in zijn eerste twee jaar een meerderheid in het Huis en de Senaat: ‘Trump had een massief populaire president kunnen zijn, met gemak herkozen, als hij maar zijn kiesbeloften trouw gebleven was. (…) Trump heeft iedereen verkocht die ooit trouw aan hem was.’ Zij maakt de vergelijking met Ronald Reagan’s overweldigende herverkiezing in 1984: ‘Maar Reagan hield zijn beloften.'

Heel soms heeft Trump zich eens voor de cultuurstrijd ingezet (brandmerken van Antifa, benoemingen in het Hooggerechtshof), maar als het erop aankomt, denkt hij niet aan het Trumpisme, alleen aan Trump. Er is in de Republikeinse Partij een levensgrote vacature voor volksleider.

 

(genoemde personen: Donald Trump, Robert Spencer, George Floyd, Victoria Taft, David Cole, Mike Pence, Ann Coulter, Ronald Reagan)

vrijdag 8 januari 2021

De Brexit-democratie

 

 

De Brexit-democratie

 

(Doorbraak, 6 januari 2101)

 

Na een moeilijk bevallingsproces is de boreling onherroepelijk ter wereld gekomen: de Brexit. Vooraleer één aspect daarvan te belichten, wil ik eerst openheid van zaken geven, of zoals ze dat in de Moeder der Parlementen zeggen: I declare my interest. Zoals de meeste Vlamingen, zeker van de oudere generaties, ben ik altijd vóór een sterke Europese integratie geweest, en heb ik nooit een reden gezien waarom het Verenigd Koninkrijk er niet zou bij horen.

Ik betreur ook het terugtreden van de Tory-partij uit de Europarlementsfractie van de European Conservatives and Reformers. Ik was een vaste klant op hun seminariezittingen, die zeer interessant waren; bijvoorbeeld de Blue-Green Summit, die veel doeltreffender oplossingen voor de ecologische problemen bood dan de Groene Partijen zouden kunnen. Merk op dat haar eigen stroming terloops ‘blauw’ ingekleurd werd, de Tory-kleur, niet die van andere aangesloten partijen zoals de gele N-VA. Dat tekende de verhoudingen: de locomotief van de ECR waren de Tories, de andere partijen slechts aanhangsels. Ik vind het dus jammer dat de Tories, met hun sterke traditie van vrijheid en democratie, er niet meer zijn om leiding te geven aan het zwakkere en minder beginselvaste broertjes uit het vasteland.

En toch was ik blij met de referendumuitslag. Juist toen was ik toevallig in de Engelse stad Bath, en na de Brexitzege had ik er overal een laaiend succes toen ik me voorstelde: ‘I am from Brussels.’ En vooral ben ik blij met de uitvoering van de referendumuitslag.

 

 

Democratie

De strijd voor de Brexit was op gang gebracht door Nigel Farage. Geen held, hij liet zijn UK Independence Party in de steek toen zij het islamprobleem in haar agenda opnam om via de Brexit Party verder te strijden, maar hij had toch de verdienste om toenmalig EU-‘president’ Herman Van Rompuy de wacht aan te zeggen. Dat die als ‘natte dweil’ ontmaskerd werd, is bijzaak, maar Farages vraag aan hem ging helemaal naar de kern van het probleem: ‘Who are you?’ Met andere woorden: hoe komt het dat de EU-burgers geleid worden door iemand die ze niet kennen, want nooit hebben kunnen verkiezen?

Brendan O’Neill, hoofdredacteur van de online krant Spiked, één de Britse tegenhangers van Doorbraak, legt uit: ‘Ja, zoals Spiked gedurende zijn 20-jarig bestaan geargumenteerd heeft, is de Europese Unie een bedreiging voor de democratie in Europa. Ze bestaat precies om nationale elites af te schermen van  druk vanwege het publiek en om een ruimte te scheppen waarin wetten, reglementen en prioriteiten kunnen bepaald worden ver van de gekmakende massa’s stembusgangers en burgers. Haar inherent anti-democratisch opzet kan gezien worden in haar dagdagelijkse beleidvoering, waarin een niet-rekenschapsplichtige commissie wetten maakt en een bloempotparlement deze bezegelt, en in haar autoritaire furie in antwoord op elk Europees volk dat tegen haar durft stemmen. De Ieren, de Fransen, de Nederlanders, de Grieken — allen hebben hun eigen democratische stem tegen de EU-grondwet, verdragen of soberheidspakketten zien genegeerd worden, afgeschreven alsof zij het onbeduidende geklets van een ongeschoolde menigte was.” (“The war for democracy is only beginning”, Spiked, 1-1-2021)

De Britse kiezer had nochtans een bij uitstek democratische daad gesteld. De stemming was kantje-boordje, en wat de weegschaal had doen overhellen, was Angela Merkels eigenmachtige beslissing om een miljoen Syrische of pseudo-Syrische asielzoekers extra binnen te laten, in Duitsland maar daarmee ook in de hele EU. Het gebrek aan controle over de toegang tot het nationale grondgebied was één van de belangrijkste oorzaken voor het terugverlangen naar de nationale soevereiniteit van de Britten, en deze eenzijdige beslissing van Merkel was de druppel die de emmer deed overlopen. Door tegen Merkels opengrenzenbeleid te stemmen, gaven zij niet alleen, zoals hun democratisch recht was, uiting aan hun eigen onderbuikgevoel; maar keurden zij meteen ook, heel politiek bewust, Merkels overtreding van een eigen EU-regel af, want de Duitse premier had met haar eigengerechtige beslissing ook het EU-Verdrag van Dublin geschonden.

 

 

De volkswil overtroeven

         De Remainer-elites die vóór en vooral ná het referendum de Brexit-gedachte trachtten te smoren, hebben dan ook alle vuile EU-truken uit de kast gehaald. Tot de ultieme EU-tactiek, om de door Fransen en Nederlanders weggestemde grondwet onder een andere naam (Verdrag van Lissabon) toch in te voeren, leende de situatie zich niet. Maar zij wilden het referendum wel overtroeven door een nieuw referendum, precies zoals de EU de Denen en de Ieren in de maag had gesplitst: als u fout stemt, stemt u maar opnieuw tot u juist stemt. Ze noemen dit overrulen van de duidelijke meerderheidsstem in 2016 warempel de ‘People’s vote’, alsof juist de gewraakte stembusuitslag dat niet geweest was. Toen zelfs de Labour-leiding in deze tactiek meeging, hebben vele Labour-kiezers dat afgestraft door deze keer voor Boris Johnson te stemmen. Ook de Belgische truc om een rechtsgeldige en wetgevende stem af te doen als een ‘signaal’ dat de regentenklasse naar believen mag duiden en dus de facto ook negeren, was in de media te horen. Maar de vastberadenheid van de massa om ook in de EU-parlementsverkiezingen van 2018 en de Britse van 2019 pro-Brexit te stemmen, heeft de taaie Remainers uiteindelijk aan de kant geschoven.

         We moeten onze hoed afdoen voor de democratische gezindheid van een beslissend deel van de Britse heersende klasse, die wél uitvoering wou geven aan de volkswil, bijvoorbeeld van Theresa May die de ondankbare taak op zich nam om het Remainer-parlement van 2017-19 te trotseren hoewel zijzelf tegen de Brexit gestemd had. Die democratische vastbeslotenheid was al gebleken bij het Schotse referendum in 2014: dat toenmalig premier David Cameron de Schotten smeekte om niet tegen de Unie te stemmen (al eens een Guy Verhofstadt de onwillige kiezers horen smeken?), kwam doordat hij wist dat hij ook een tegenvallende uitslag zou eerbiedigen.

         Of de Brexit een juiste beslissing was, zal de toekomst uitwijzen. Maar onmiskenbaar was het een democratische beslissing. Dat zijn we in de EU niet gewend, maar het goede nieuws in deze moeilijke tijden is dat er nog landen zijn waar de democratie wél de bovenhand haalt.

 

 

(genoemde personen: Nigel Farage, Herman Van Rompuy, Brendan O’Neill, Theresa May, Angela Merkel, Boris Johnson, David Cameron, Guy Verhofstadt)

maandag 4 januari 2021

Bart De Wever, de moslims en de islam

  

Bart De Wever, de moslims en de islam

 

(Doorbraak, 30 december 2020)

 

Eddy Daniëls stelt vast dat Antwerps burgemeester Bart De Wever ervan verdacht wordt, de islam te onderschatten. Die voelt zich door onder meer zijn persoonlijke vriendschap met een moslim gehinderd om de rigoureuze islamkritiek van zijn gemeenteraadslid Sam Van Rooy onder ogen te zien.

Daniëls zelf laat zich op een zekere deskundigheid voorstaan. Hij heeft namelijk een lijvig boek geschreven over de kern van de islam, voornamelijk het voor moslims normscheppende leven van de profeet, De kwestie M. Een gekaapte godsdienst. Niet min, want volgens Etienne Vermeersch zaliger was dat het beste Nederlandstalige boek over Mohammed. Maar welk besluit trekt hij uit die kennis voor de onderhavige probleemstelling, namelijk de inschatting van de islam door Bart De Wever?

Hij relativeert het oorlogszuchtige beeld van Mohammed, dat de hedendaagse ‘modale moslim in verwarring brengt’. Vooraleer terzake te komen, neemt hij een lange omweg via een beschouwing over de Hebreeuwse Bijbel. Die bevat ook oorlogszuchtige passussen, zoals: ‘Gelukkig degene die vergeldt wat jij [Babylon] ons misdeed, gelukkig degene die jouw kinderen grijpt en tegen de rots verplettert’, aldus Psalm 137:8-9, toegeschreven aan koning David. 

Of Ezechiël 16 en 23, die verbintenissen tussen Israëlische en vreemde partners veroordelen, een racisme dat voor bijbelvaste protestanten zoals de Afrikaners de Apartheid rechtvaardigde, en ook in de joodse gemeenschap voor een sterke weerstand tegen gemengde huwelijken (zelfs onderling, tussen Sefardische en Asjkenazische joden) gezorgd heeft. Zie ook de Bijbelse veroordeling van de stam van Ham, die voor joodse en christelijke slavenhandelaren de negerslavernij goedpraatte; daar waar de Arabieren die ook wel beoefenden maar tenminste niet hun Schrift voor die kar konden spannen.

Of nog, I Samuel 15, waarin Jahweh koning Saul vervloekt om diens ongehoorzaamheid aan zijn bevel om de Amalekieten uit te roeien: hij had de vrouwen en kinderen in leven gelaten om hen te verkopen op de slavenmarkt. Dat laatste is wat Mohammed doet met de joodse stam Banu Quraiza: de mannen doden, de rest als slaaf verkopen. Dus de erecode van Jahweh overtreft die van Mohammed nog in bloedlust: hij laat, als een Heinrich Himmler avant la lettre, ook vrouwen en kinderen uitroeien. Of Deuteronomium 25:15-69, waarin Jahweh zijn uitverkoren volk 'onverbloemd Auschwitz aanzegt als straf voor ontrouw aan Hem', aldus Daniëls.

De implicatie ligt voor de hand, namelijk dat de islam niet alleen staat in de kwalijke teksten: ‘In zeer vele religieuze tradities (ook de Indische) treffen we passages aan die haaks staan op ons modern aanvoelen, en inspireren tot haat, geweld en sadisme. Ook de christelijke kerken erkennen nog steeds de perverse Hebreeuwse geschriften als heilig. (…) de kruisvaarders en conquistadores deden dan ook steeds een beroep op het Oude Testament om hun wandaden goed te praten.’

In hoeverre dit in ‘zeer vele religieuze tradities’ voorkomt, ook die buiten het monotheïsme, is echter maar de vraag. De Indiase, die ik een beetje ken, staan bol van oorlog en broedertwist, maar roepen nooit op tot strijd tegen andersgelovigen als zodanig. (Eén onverwachte soort-van-uitzondering: de mythische halfgod Hiraṇyakaśipu wordt gedood omdat hij, precies als Jahweh, een ‘jaloerse god’ is die de verering van andere goden niet duldt.) Wanneer Alexander de Grote Egypte veroverde, sloeg hij de tempels niet aan stukken, zoals bij moslimveroveringen, maar ging hij er offeren om de plaatselijke goden te vriend te houden.

Maar goed, mensen met een joodse of christelijke achtergrond kunnen beter voorzichtig zijn met hun veroordelingen, want hun eigen geschriften zijn soms ook bedenkelijk. Echter, daarin is er nog een belangrijk verschil met de islam. De Bijbel bevat enkele passussen die het Woord van God zouden zijn, zoals de Tien Geboden, maar worden verder erkend als mensenwerk; terwijl de Qur’ān in zijn geheel geopenbaard heet te zijn. Daarom geldt hij als veel dwingender en letterlijk te nemen.

De Bijbel is voor het grootste deel verhalend, niet rechtstreeks normscheppend: je hoeft Mozes, met zijn uitmoording van de vereerders van Baäl (het Gouden Kalf), niet na te bootsen. Daarentegen, zoals vele islamitische rechtsgeleerden geschreven hebben: de islam is niet ‘aql, ‘rede’, maar naql ‘nabootsing’. De ultieme grond voor sjari’a-rechtsregels is het precedentgedrag van Mohammed. Dat geldt tot in de kleinste bijzonderheden, zoals de typische ‘baard van de profeet’ waaraan je talloze moslims van Mindanao tot Marokko kan herkennen.

Reeds vóór de moderniteit gaven Bijbelgetrouwen blijkt van bereidheid tot evolutie. Een bekend voorbeeld uit Mohammeds leven: in de joodse gemeenschap van Medina ging een geval van overspel gestraft worden, namelijk door de schuldigen achterwaarts op een ezel en met pek en veren door de stad te paraderen. De profeet hoorde hiervan, ontbood de joden en eiste om de betreffende Schriftpassage te zien. De joodse wet legde hier de doodstraf door steniging op, maar de joden waren die barbaarse bestraffing ontgroeid. Niets van, zei Mohammed, stenigen! En dan wordt de steniging beschreven: hoe de man de vrouw nog met zijn lichaam trachtte te beschermen, tot beiden bezweken.   

Daarom zou ik niet te vlot meegaan in Daniëls inschatting: ‘Het louter bestaan van die onheilige traditie betekent niet dat de religies die daaruit groeien zich in de praktijk niet kunnen zuiveren. Het christendom is daarin, gelouterd door onder andere het schuldgevoel na de Holocaust, voor een goed stuk in geslaagd en er is geen enkele reden om niet aan te nemen dat iets dergelijks ook sommige islamitische stromingen zal lukken.’ Het kan inderdaad, maar in het geval van de islam is de weerstand tegen die modernisering een stuk taaier.

Daarom is het echt nodig dat politici hier een zeer beginselvaste houding aannemen en een strategie uitwerken die op maat van de islamitische uitdaging gemaakt is. ‘Inclusie in onze samenleving van die moslims die oprecht tot onze samenleving willen behoren, en waakzaamheid voor de wolven in schaapsvacht, bij hen en bij ons’, wat De Wevers programma zou samenvatten, blijft een juiste leidraad. Maar, zoals Daniëls terecht opmerkt, ‘dit gaat niet vanzelf’.