zondag 17 mei 2020

Kolonisering, een begripsverheldering: 2. De koloniale slavernij


Kolonisering, een begripsverheldering

De KU-Leuvense Letterenfaculteit geeft tegenwoordig het tijdschrift Uit het Erasmushuis uit. Het jongste nummer is gewijd aan ‘kolonialisme revisited’ en is erg representatief voor de vandaag verplichte mening over het onderwerp. We zetten de vorige, huidige en twee volgende weken de puntjes op de i in het gebruikelijke postkoloniale vertoog.



2. De koloniale slavernij

(Doorbraak, 13 mei 2020)

‘Tot 1800 werden naar schatting 12 tot 14 miljoen zwarte Afrikaanse slaven naar beide Amerika’s verscheept.’ De juistheid van die cijfers stellen we niet in vraag, wel de gebruikelijke hyperfocus op dat feit. Men vereenzelvigt de slaafneming met ‘wit’ en slachtofferschap met zwart. In werkelijkheid was de slavernij vrij universeel.

Een gezaghebbende geschiedeniswebstek (https://www.history.com/topics/black-history/slavery) beweert dat deze slaven uit Afrika ‘ontvoerd’ (kidnapped) werden. Zo stelde ook Alex Haley’s verfilmd boek Roots het voor. Dat zal wel eens gebeurd zijn, maar de algemene regel was anders: slaven werden gekocht. Het ‘ontvoeren’ en tot slaaf maken was eerder al gebeurd.

In de 15de eeuw werden de Portugezen onderaannemers van de Arabische slavenhandelaars. Zo begon het Europese aandeel in de Afrikaanse slavenhandel: als deelname aan een sinds de 7de eeuw bestaand netwerk. Het Erasmushuis-tijdschrift erkent eerlijk de ‘15 tot 18 miljoen slaven naar de moslimkalifaten’ van wie ‘zwart Afrika beroofd’ werd. (En tel daarbij nog de miljoenen Europese en Indiase slaven. Voor wie in de sibbeschuld gelooft waarop eisen voor verontschuldigingen en herstelbetalingen gegrond worden: zowel Turken als Marokkanen staan dan bij ons in de schuld.) Dat die beroving ook gunstige gevolgen heeft, zoals vele zwarten toegeven die vandaag liever in de VS wonen dan naar Afrika terug te keren, doet aan dat geschiedkundige feit zelf niets af.



Eerlijk betaald

Dat Afrika ‘beroofd’ werd, is in demografische zin juist, maar niet in economische. De zwarte stammen werden meestal eerlijk betaald voor hun menselijke koopwaar. Dat valt heel geredelijk in te zien. Wanneer een handvol slavendrijvers naar Kongo of Ghana  trokken om er honderden slaven op te halen, dan hadden ze daartoe weinig kans als ze die slaven moesten ontvoeren: in vreemd gebied, zeer ver van huis, omringd door vijanden die zichzelf en elkaar tegen indringers zouden verdedigen. Nee, ze betaalden voor koopwaar, die Afrikaanse stamhoofden hen gaarne verkochten: om de winst, en om van hun misdadigers en krijgsgevangenen af te geraken. Dat handvol vreemdelingen kon met zijn lange slavenkaravaan maar veilig thuis geraken omdat het zich op het terrein van winstbewuste handelspartners bevond.

De Arabische handel in het zwarte goud begon met een vredesverdrag in Soedan, afgekocht met 360 zwarte slaven. Die had het zwarte stamhoofd in voorraad, meteen leverbaar. Toen de Britten begin 19de eeuw de slavenhandel en vervolgens de slavernij zelf afschaften, stuurden de Asjanti en andere stammen gezanten naar Londen om de voortduring ervan te bepleiten; het ging tenslotte om hun inkomen.  

Het wedervaren van Joseph Cinqué, de held van de film Amistad, illustreert hoe zwart/wit hier geen optie is. Behorend tot het Mende-volk in Sierra Leone, was hij door schuldeisers uit een buurvolk in 1839 als slaaf verkocht. Na zijn avonturen in Amerikaanse wateren en uiteindelijke vrijlating door het VS-hooggerechtshof was hij teruggekeerd, maar de illegale doorvoerhaven (slavenhandel was reeds verboden) die hij in ketenen verlaten had, was door de Britse zeemacht vernield. Erger, ook zijn dorp bleek verdwenen: heel zijn familie was door de buren als slaaf weggevoerd. Hij verdween dan maar naar Jamaïca, wat toen reeds aanleiding gaf tot het vermoeden dat hij zelf slavenhandelaar geworden was, een tot vandaag terugkerende bewering. Daarvan is echter geen bewijs (mogelijk had hij informatie dat zijn familie daar naartoe gebracht was en ging hij naar hen op zoek), dus wij geven hem het voordeel van de twijfel. Het gerucht was echter op een bekend scenario gebaseerd: nadat de staat Liberia gesticht was als een kolonie (dat is het juiste woord) voor uit de VS teruggekeerde slaven, was dat ook zelf een centrum van slavenhandel geworden.

Wat was er zo uniek aan de Europese slavenhandel? Vele culturen hadden vormen van slavernij gekend, zij het niet altijd met geformaliseerde slavenmarkten. De schaal, met intercontinentale transporten, was wel uitzonderlijk, alleen overtroffen door de moslims. De wreedheid was het ook niet, daar deden de moslims veel beter (waarom heeft Irak geen zwarte minderheid, hoewel zwarte slaven daar ooit zeer talrijk waren?). Maar het echt uitzonderlijke was wel dat de meesters de slavernij zelf vrijwillig afgeschaft hebben.



Abolitionisme

Dat gebeurde onder invloed van de Verlichting. De eerste afschaffers van de koloniale slavernij waren dan ook de Franse Revolutionairen in 1794 (die verdienste moet je hen nageven, maar werd in 1802 door Napoleon teruggedraaid). Het was, ondanks latere propaganda, niet het werk van het christendom, dat in de 7de eeuw via de Merovingische regentes Balthilde alleen de slaafneming van medechristenen verboden had (maar daardoor juist de jacht op heidenen geïntensiveerd, zodat de nog heidense Slaven hun volksnaam aan deze instelling leenden). Toen het abolitionisme opkwam, verdedigden de slavenhouders hun eigendomsrecht met de Bijbel in de hand: zowel Oud als Nieuw Testament erkennen de slavernij zonder als’en of maar’en. Het christendom heeft echter een voldoende brede tekstbasis om zich aan een nieuwe tijdsgeest aan te passen, en het was missiesponsor William Wilberforce die de afschaffing door het Britse parlement kreeg. Het machtige Britse rijk zette vervolgens de toon voor de andere koloniale machten en dwong ook het Mogol- en het Ottomaanse rijk tot formele afschaffing.

Toch was afschaffing van hogerhand niet helemaal nieuw. China had in de oudheid al meermalen de slavernij afgeschaft. Maar staten wisten in die tijd niet overal duurzaam hun gezag te doen gelden tegen de sterke betrokken belangen in. Pas toen het Britse wereldrijk zijn militaire macht eronder zette, kreeg de afschaffing echt haar kans.

In het slavernijdebat doet de linkerzijde meewarig over pogingen om naast de slavernij ook de afschaffing ervan in rekening te brengen. Wie voor de VS-zwarten ‘herstelbetalingen’ eist, hoort niet graag dat de vermaledijde blanken al een hoge prijs in mensenlevens (2%) in de door de slavernijkwestie getriggerde Burgeroorlog betaald hebben. Maar die afschaffing is juist heel pertinent om de schandvlek van de koloniale slavernij juist te beoordelen. Iedereen kan de slavernij invoeren, en talloze volkeren hebben ze beoefend. Maar ze afschaffen, dat is in de geschiedenis eerder zeldzaam.    

maandag 11 mei 2020

Kolonisering, een begripsverheldering: 1. Wat is een kolonie?

.
Kolonisering, een begripsverheldering

De Leuvense Letterenfaculteit waaraan ik goede herinneringen bewaar, geeft tegenwoordig het tijdschrift Uit het Erasmushuis uit. Daarvan viel in mijn brievenbus juist een nieuw nummer, gewijd aan ‘kolonialisme revisited’. Goed Nederlands, het soort waarvan de finesses in het genoemde Erasmushuis in mijn tijd nog onderwezen werden, zou daar gezegd hebben: ‘terug naar (het) kolonialisme’ (zie ‘Terug naar Oosterdonk’, het Vlaamse antwoord op ‘Brideshead Revisited’). Maar goed, het is best lezenswaard en erg representatief voor de vandaag verplichte mening over het onderwerp, dus we zullen er de komende weken dieper op ingaan. Er is nood aan puntjes op de i in het gebruikelijke postkoloniale vertoog.

1.  
  Wat is een kolonie?

(Doorbraak, 6 mei 2020)

Een ‘kolonie’ is oorspronkelijk een volksplanting die een beoogd gebied komt ontwikkelen (‘colere’: telen, cultiveren), althans zoals de betrokken bevolking het begrip ‘ontwikkelen’ begrijpt. Dat gebeurt niet uit deernis omdat dat gebied er zo troosteloos bijligt, maar omdat de betrokken bevolking of de maatschappij die hen uitzendt, er voordeel wil uithalen. Dat kan het uitbaten van goederen uit of in het koloniegebied zijn, maar oorspronkelijk toch de verlichting van de bevolkingsdruk in een overbevolkt geworden brongebied. Als de kolonie reeds bevolkt was, worden de oorspronkelijke bewoners tweederangsburgers, wat soms weinig meer dan symbolisch kan zijn (zoals de staart die de Chinezen onder het Mantsjoe-bewind moesten dragen) maar ook slavernij kan betekenen (Carthago na de Romeinse verovering), verbanning, of zelfs uitroeiing. De Duitse verovering was in het Westen louter een bezetting, terwijl het oosten de levensruimte voor Duitse kolonisten moest worden, met een ondergeschikte rol voor de Slaven en uitroeiing voor de Joden.

 ‘Koloniseren’ overlapt met ‘veroveren’ maar is niet hetzelfde. De eerste mensengemeenschap die uit Oost-Afrika naar Jemen trok, koloniseerde dat gebied maar veroverde het niet op iemand; en idem voor de oerbewoners van Oceanië en Amerika. Tijdens de Europese kolonisering in andere werelddelen werden ook louter economische wingewesten, die uitgebuit werden maar geen stelselmatige volksplanting kenden, eveneens ‘kolonie’ genoemd, bijvoorbeeld India (waar het Britse bewind uit een louter handelsrelatie gegroeid is) in tegenstelling met de Amerikaanse bevolkingskolonies. Ook zonder volksplanting kon men daar van koloniseren spreken, namelijk omdat “de kolonisator zijn taal, godsdienst, rechtssysteem, economisch systeem, ethische en ideologische overtuigingen opdrong aan de oorspronkelijke bevolking”.


Moederland

Men spreekt maar van een kolonie zolang er een band blijft met het ‘moederland’. Carthago werd niet vanuit Fenicië bestuurd, maar hield er contact mee en behield eeuwenlang dezelfde taal en godsdienst. Kolonies die door Griekse steden gesticht waren, behielden vaak lang nog een band met de moederstad ook al waren zij zelfbesturend, bijvoorbeeld door alleen nieuwkomers uit de moederstad als staatsburger te aanvaarden. In de voortijd was de staat van kolonie echter slechts een overgangsfase: het moederland werd gaandeweg vergeten. We mogen aannemen dat de eerste landverhuizers van Oost-Afrika naar Jemen na enkele generaties alle herinneringen aan hun moederland verloren waren.

Ik herinner me een toespraak van een ANC-vertegenwoordiger in de tijd van de Apartheid, die dat bewind (en dat van Rhodesië/Zimbabwe na de ‘eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring’) als een ‘kolonialisme van het nieuwe type’ beschreef, namelijk ‘omdat de band met het moederland doorgesneden is’. Maar vóór de uitvinding van de moderne staat was dat de normale evolutie van een kolonie: zij groeide weg van haar moederland, vaak met als breukmoment een periode waarin dat zelf veroverd werd, zoals toen de Zuid-Amerikaanse landen hun vrijheid grepen zodra Spanje zelf door Frankrijk bezet werd. Soms is zulk een bezetting zelfs oorzaak van een volksverhuizing, zoals die van een aantal Germaanse stammen die, opgejaagd door de Hunnen, hun moederland kwijt geraakten en dan maar een deel van het Romeinse rijk gingen veroveren. Die ‘Germaanse volksverhuizingen’ worden hier nochtans als eerste kolonisering genoemd.


Niet-Europees kolonialisme

Een echte kolonisering was de degene die ons tijdschrift als tweede vermeldt: die door ‘de mohammedaanse Berbers in Spanje’. Weliswaar wordt dat gevolgd door het oude smoesje dat ‘er in Al-Andalus een grote verdraagzaamheid van de islam tegenover de andere godsdiensten blijkt geweest te zijn’, een verplicht nummertje.  Maar we kunnen alvast de Reconquista als een antikoloniale strijd kenmerken; een eretitel.
De verovering van en volksverhuizing naar Mexico door de uit Utah stammende Azteken beantwoordt helemaal aan de definitie van kolonisatie, compleet met de wrok bij de inheemsen die hen met de Spanjaarden deed collaboreren. Maar wie het begrip ‘kolonialisme’ tot een Europese onderneming wil verengen, vindt zelfs in de Europese geschiedenis elementen die het voorgeschreven denkspoor in nevel dompelen.

De 20ste eeuw bevat enkele extreme voorbeelden, vooral het begin van een Duitse volksplanting in Polen in 1940-44, maar ook omgekeerd de verdrijving van de Duitsers uit Sudetenland en het echte Oost-Duitsland. Maar dezelfde vestiging en daarna de verdrijving van talloze settelaars vond evenzeer plaats in Mantsjoerije, namelijk uit het overbevolkte Japan. En het gaat veel verder terug, zoals de Duitse Unterwanderung van wat Oost-Pruisen zou worden. (Ook Vlamingen volgden de lokroep: ‘Naar Oostland willen wij varen’.) Of de Bantoe-verovering van oostelijk Zuid-Afrika ten nadele van de Khoisan-volkeren. Daardoor had Nelson Mandela als Bantoe zulke typische bolle wangetjes van de Khoisan, en heeft zijn taal (Xhosa) de click-klanken van de Khoisan geïntegreerd.

De huidige Indo-Europeessprekende volkeren van Europa deden hier als veroveraars uit Rusland een kleine vijfduizend jaar geleden aan gewelddadige bevolkingsvervanging ten nadele van de vorige bevolking. Die bestond uit landbouwers die zelf ons werelddeel een paar duizend jaar eerder vanuit Anatolië gekoloniseerd hadden, ten nadele van de oerbewoners (die zelf weer de Neanderthalers unterwandert hadden). Ja, Europa heeft een zwaar verleden, maar niet alleen Europa. Kolonisatie is zo oud als de mensheid, en het is tegen die achtergrond dat we het ‘kolonialisme’ moeten beoordelen.