vrijdag 24 mei 2019

“Islam vormt levensgroot probleem voor integratie”


(Vraaggesprek door Marc Joris met mijzelf voor het maandblad van het Vlaams Blok, juli 1993. Ik heb het opgediept toen ik eraan dacht dat de aanstaande publicatie van mijn verzamelde artikels over de Vlaamse kwestie de vijand aan het zoeken zou kunnen zetten naar dergelijke artikels die ik misschien liever verborgen had gehouden, om dan met een onthulling te komen. Dit artikel hoort niet in die verzameling omdat het helemaal niet over de Vlaamse kwestie gaat. Maar dat beginsel heb ik niet helemaal consequent toegepast, want mijn artikel over de zaak Soetkin Collier staat er wel in en gaat eigenlijk ook niet over Vlaanderens verzuchtingen. Zodus, om iedereen tevreden te stellen, zorg ik alvast dat het vraaggesprek langs deze weg beschikbaar is. Mocht iemand nog dergelijke stukken kennen die ik na al die jaren over het hoofd gezien heb, gelieve het mij te laten weten: koenraad.elst@gmail.com. Het boek heet Welslagen en Falen van de Vlaamse Beweging, uitgegeven bij Polemos, Antwerpen 2019, en bevat 115 publicaties van 1989 tot en met 2019.)


Interview met islamkenner Koenraad Elst

“Islam vormt levensgroot probleem voor integratie”

U bent zopas door De Morgen tot “VB-ideoloog” gepromoveerd. Commentaar?

Wie ook het artikel gelezen heeft dat onder die titel stond, weet dat er alleen in “onthuld” wordt dat ik behalve voor zgn. progressieve ook voor Vlaams-nationale verenigingen spreek, zoals de Debatklub en het Vlaams Blok. En dan? Toen ik voor het communistische Masereelfonds over de Rushdie-zaak sprak, heeft niemand mij met de Goelag-terreur geassocieerd. Ik stel mijn feitenkennis ter beschikking van al wie mij daarom vraagt. Ik speek mij niet uit over de migratiepolitiek, maar de besluitvorming daarover moet wel op nuchtere feiten gebaseerd zijn, en één van die feiten is dat de islam als doctrine op termijn een levensgroot probleem vormt voor de integratie.

Verwacht u niet dat dat artikel voor uzelf tot problemen zal leiden? En boycot in bepaalde kringen bv.?

Ach, die boycot is er nu al, met name sedert mijn islamkritische artikel in Trends in het voorjaar van 1992. Een vermeende associatie met het VB maakt de zaken nog iets erger, zeker voor al die brave mensen die het monsterlijke vijandbeeld van het VB verinwendigd hebben dat de media hun inlepelen. Maar islamkritiek op zich is al voldoende voor een boycot. Maar één voorbeeld: toen op 6 december 1992 in Ayodhya (India) de zogenaamde Babar-moskee afgebroken werd, met grote rellen en politieke beroering tot gevolg, hadden de Vlaamse media de enige niet-Indiër binnen bereik die deze kwestie ten gronde bestudeerd heeft, maar ze hebben zorgvuldig vermeden mij om duiding te vragen. U weet ook dat de UFSIA recent nog een lezingenreeks over de islam binnen haar lokalen verboden heeft. Islamkritiek is taboe.

Hoe staat u dan wel tegenover het VB?

Ik apprecieer de moed die er vandaag nodig is om bij het VB te zijn. Maar ikzelf ben alvast geen nationalist, niet voor Vlaanderen, niet voor België, niet voor Europa. Voelt u zich meer verbonden met Jan Decorte dan met Aleksander Solzjenitsyn, omdat de eerste wel en de laatste niet tot uw “natie” behoort? Feit is dat de opdeling van de mensheid in naties geen vast gegeven is, dat de Vlaamse en andere naties veranderlijke grootheden zijn. En vooral, zij zijn slechts één van de vele niveaus van menselijke integratie, naast geloofsgemeenschap e.a. Of er op Belgisch grondgebied één, dan wel twee staten liggen, kan me dus eigenlijk niet veel schelen. Maar wees gerust, hoor: dat zal de Belgische echtscheiding niet tegenhouden. Wat het migrantenstandpunt betreft: u kunt van iemand die voortdurend met gele en bruine medemensen omgaat niet verwachten dat hij integratie van migranten als onwenselijk of onmogelijk van de hand wijst. Ik ben zelfs van mening dat een multiculturele samenleving waarin groepen hun identiteit behouden, wèl mogelijk is, althans als ieder zich loyaal aan de spelregels houdt, wat in het geval van de islam echter twijfelachtig is. Ik aanvaard wel dat integratie maar mogelijk is als de aantallen nieuwkomers binnen zekere proportie blijven. Het VB heeft natuurlijk gelijk waar het stelt dat de migratiestroom hèt politieke thema van de komende decennia zal zijn.

Wat is eigenlijk het probleem met de islam?

Eerst duidelijk stellen wat het probleem niet is. Andere kleding, gewoonten, tot en met de weelwijverij, dat is allemal niet het probleem. Je hebt in Antwerpen joden, hindoes, djains, taoïsten, met wie er geen enkel probleem is. Anders-zijn is niet het probleem. De islam heeft veel elementen van moraal, ritueel en mystiek overgenomen van andere religies, en vervult voor de gewone Berberse immigrant dezelfde rol als het volkse christendom voor oudere Vlamingen: deze algemene religiositeit is natuurlijk niet het probleem. Wat wel zorgwekkend is, is de doctrine dat de mensheid verdeeld is in de gemeenschap der gelovigen en anderzijds de ongelovigen, en dat tegenover deze twee radicaal verschillende normen gelden. De gelovigen zullen niet alleen de hemel beërven, maar ook de aarde, die zij straffeloos van de ongelovigen mogen overnemen zodra zij er sterk genoeg voor zijn (zoals Alija Izetbegovic, nu president van Bosnië, ooit in zijn Islamitische Verklaring bevestigde). De ongelovigen moeten naar de hel, en zijn ook hier reeds veroordeeld tot ondergeschiktheid aan de moslims. Deze doctrine is talloze keren toegepast door moslim-heersers, ook vandaag nog. In landen waar moslims in de minderheid zijn, zien we vaak afscheidingsbewegingen ontstaan in gebieden met moslim-concentratie, b.v. op Mindanao of in Kasjmir. De afscheiding van Pakistan uit India in 1947 was gebaseerd op de doctrine dat moslims en niet-moslims aparte naties izjn, met recht op een eigen natiestaat. Geen wonder dat Pakistaanse immigranten in Engeland begonnen zijn met hun moslim-parlement ter voorbereiding van een “niet-territoriale staat van Britse moslims”. Zopas stelde het BRTN-TV-journaal dat de moslims in Myanmar “vervolgd worden omdat ze moslim zijn”. Nee, zij zijn door het leger hard aangepakt omdat zij daar een separatistische guerrilla voerden. Dit is overigens maar één voorbeeld van hoe zelfs in het internationale nieuws de islamitische agressie systematisch buiten beeld gehouden wordt. In het Westen zien we dat moslims een eigen “zuil” gaan vormen, wat op zich aanvaardbaar is, maar wel zorgwekkend wordt als we zien waar dit, bij gewijzigde krachtsverhoudingen, in de toekomst toe kan leiden.

Wat te doen tegenover de islam?

Laat me nogmaals het onderscheid beklemtonen tussen de islam als doctrine en de moslims als nominale aanhangers van die doctrine. Vele moslims kennen de islam slechts oppervlakkig, als een geheel van tradities en rituelen. Zij hebben niet de principiële vijandigheid tegen niet-moslims ontwikkeld die de Koran voorschrijft. Andere moslims beginnen hun eigen propaganda te geloven, als zou de islam een religie van de gelijkheid zijn (in feite is hij in de wereldgeschiedenis de kampioen van de slavernij), van de verdraagzaamheid enz. Zij hebben een geïdealiseerd beeld van Mohammed, en zullen je niet geloven als je hen zegt dat Mohammed een roverhoofdman was die de multiculturele samenleving van Arabië vernietigd heeft en vervangen door een homogeen islamitische. Kortom, je hebt daar vele goede mensen die eigenlijk slechte moslims zijn. En die mensen hebben als individu natuurlijk alle rechten op godsdienstbeleving die christenen en joden hier ook genieten.

Zelfs degenen die wel de haatboodschap van de islam begrijpen en onderschrijven, kan men, althans als zij onze nationaliteit hebben, moeilijk verbieden wat men zolang aan predikanten van bv. de klassenstrijd toegestaan heeft. Zolang de moskeeën inderdaad gebedshuizen zijn, en geen wapenarsenalen zoals in India, moeten zij ongehinderd kunnen functioneren. Tegenover de islamitische machtscentra daarentegen, die doorgaans in termen van expansie en verovering denken, kan men restrictiever op treden. Op zijn minst moet men wederkerigheid eisen: Saoedische organisaties mogen geen moskeebouw financieren of predikanten sturen, zolang ginds kerkbouw en christelijke predikatie verboden zijn. Zo toon je tenminste wat elementair zelfrespect, en dat is taal die men ginds begrijpt. Nu hebben moslim-militanten de indruk dat hier zomaar alles kan.

Op de Europese Moslimconferentie, vorig jaar in Genk, werden niet alleen anti-Westerse maar ook anti-joods dingen gezegd die een Vlaming zwaar aangerekend zouden worden, maar de pers heeft het niet eens gemeld. Sterker, iemand van het Koninklijk Commissariaat vroeg me daar uitdrukkelijk om niet over de militante toon van de konferentie te schrijven, omdat dit “een verkeerde indruk zou wekken bij de bevolking”. Het is evident dat er ten allerminste een einde moet komen aan dit collectieve zelfbedrog van wat u gewoonlijk de “weldenkenden” noemt.




donderdag 9 mei 2019

De mens centraal?




De mens centraal?



Het boek “De mens centraal”, samengeteld door Dries Deweer en Steven Van Hecke, actualiseert de ideologie van de christendemocratische zuil, namelijk het personalisme. Het bevat zeventien essays, meestal door mensen uit de zuil zelf. Noteer echter ook een Jos Geysels, die voorspelbaar tegen de neoliberale mantra’s van leer trekt en hen pensée unique noemt; een Jonas Slaats, oud-medewerker van Bert Anciaux, nu pleitend voor een terugkeer naar religieuze tradities; filmdame Btisam Akarbach, die die voorzet inkopt door het personalisme voor de kar van de hoofddoek, de “dialoogschool” en dus de islam te spannen; en een Geert Noels, die de neoliberale boeman van het gezelschap had kunnen zijn doch met zijn pleidooi voor een “economie op mensenmaat” de juiste snaar raakt. Nadat de personalistische leer sinds de opkomst van eerst nieuw-links en recenter het neoliberalisme in de verdrukking geraakt is, ambieert het boek om hem een nieuwe adem te geven.

Het personalisme als begrip, met wortels in het neothomisme en de pauselijke encycliek Rerum Novarum, wordt in de eerste vier essays uitgelegd. Hoewel het klinkt als “individualisme”, beklemtoont het (naast de uniciteit en een beetje de spiritualiteit van de persoon) juist de verbondenheid. Dat begrip heeft in de mond van Wouter Beke een sinistere anti-libertaire bijklank gekregen, maar op zich kan niemand ertegen zijn. Het komt voort uit denkwerk van Franse katholieke denkers in het interbellum, inz. Jacques Maritain (schrijver van “Humanisme Intégral”: een humanisme dat ’s mensen religieuze dimensie negeert, is geen integraal humanisme) en Emmanuel Mounier, stichter van het blad Esprit. Het is als term een eeuw geleden door Charles Renouvier bedacht, en is in ons land bekend geworden via Albert Dondeyne. Zij wilden zich van het enge kerkelijke keurslijf losmaken maar toch het belang van de verticale dimensie in het menselijk samenleven beklemtonen – juist degene waar hun moderne nazaten van wegkijken.  

Het seculiere begrip “personalisme” is, meer dan “christendemocratie”, de link tussen CD&V en CDH geworden, welk laatste alle banden met het christendom formeel afgestoten heeft. Door zich “humaniste” te noemen, heeft het CDH erg lichtzinnig de in België sterk antiklerikale erfenis van het “humanisme” omarmd en haar traditionele “unique selling proposition” in het Waalse politieke landschap over de haag gegooid. Ook de CD&V minimaliseert die band liefst: reeds Jean-Luc Dehaene zei dat hij de naamsverandering (uit Christelijke Volkspartij) een gemiste kans vond om de verwijzing naar de christelijke wortels weg te laten. Zoals Charles-Maurice de Talleyrand al zei, moet een leider zijn volgelingen volgen; en inderdaad, de zuil richt zich maximaal naar de trends die zij bij zijn draagvlak ontwaart. Daarom heeft de ontkerkelijking uiteindelijk van het “Algemeen Christelijk Werknemersverbond” de nietszeggende “Beweging” gemaakt.

Nu goed, ook bij de ontkerkelijkte generatie zou een centrum-ideologie (“het moedige midden”) wel een bepaald publiek kunnen aanspreken. Dat is aan de electorale wegdeemstering van CD&V echter niet te zien.

Wie hier qua stijl deels nog als relikwiegetuige van het oude Roomse leven kan dienen, is Mieke Van Hecke, lang hoofd van het katholiek onderwijs. Zij neemt echter onomwonden het linkse standpunt in waarmee CD&V zich momenteel tegenover de N-VA profileert, met de bekende tirade tegen prestaties en economisch nut die ons onderwijs al decennialang stap voor stap aan het kelderen is. Wel valoriseert zij sterk een ander personalistisch kernbegrip, het rentmeesterschap (vandaag ook “radicale duurzaamheid” genoemd). In de Groene tijdsgeest is het idee dat wij geen eigenaars maar rentmeesters zijn over Gods natuur natuurlijk zeer welkom. Zij stelde wel vast dat de kinderen van nu hun eigen wortels niet meer kennen. Als je niet te nauw definieert wat dan wel die wortels zijn, kunnen wij ons bij die vaststelling allemaal aansluiten. Alleen is minder duidelijk welke rol haar partij, die al sinds het Stenen Tijdperk in de macht deelt, daarin gespeeld heeft.

Die vraag zou met betrekking tot alle concretere hoofdstukken kunnen gesteld worden. Wat maakt CD&V bijvoorbeeld van “de mens centraal stellen” inzake de EU en de migratieproblematiek? Christendemocraten als Jean-Claude Juncker, Angela Merkel of Marianne Thyssen orakelen graag over Europese waarden, waarmee ze bedoelen: open grenzen, het zich laten bedriegen met tranerige nepverhaaltjes, en uiteindelijk islamisering en omvolking. Maar Europa, dat is in de eerste plaats de Europese bevolking zelf. Het is naar haar dat hun beleid zich zou moeten richten. Laat ons dus inderdaad de mens centraal stellen.