De mens centraal?
Het boek “De mens centraal”, samengeteld door Dries Deweer en
Steven Van Hecke, actualiseert de ideologie van de christendemocratische zuil,
namelijk het personalisme. Het bevat zeventien essays, meestal door mensen uit
de zuil zelf. Noteer echter ook een Jos Geysels, die voorspelbaar tegen de neoliberale
mantra’s van leer trekt en hen pensée unique noemt; een Jonas Slaats,
oud-medewerker van Bert Anciaux, nu pleitend voor een terugkeer naar religieuze
tradities; filmdame Btisam Akarbach, die die voorzet inkopt door het
personalisme voor de kar van de hoofddoek, de “dialoogschool” en dus de islam
te spannen; en een Geert Noels, die de neoliberale boeman van het gezelschap
had kunnen zijn doch met zijn pleidooi voor een “economie op mensenmaat” de
juiste snaar raakt. Nadat de personalistische leer sinds de opkomst van eerst
nieuw-links en recenter het neoliberalisme in de verdrukking geraakt is,
ambieert het boek om hem een nieuwe adem te geven.
Het personalisme als begrip, met wortels in het neothomisme en de
pauselijke encycliek Rerum Novarum, wordt in de eerste vier essays
uitgelegd. Hoewel het klinkt als “individualisme”, beklemtoont het (naast de
uniciteit en een beetje de spiritualiteit van de persoon) juist de
verbondenheid. Dat begrip heeft in de mond van Wouter Beke een sinistere
anti-libertaire bijklank gekregen, maar op zich kan niemand ertegen zijn. Het
komt voort uit denkwerk van Franse katholieke denkers in het interbellum, inz.
Jacques Maritain (schrijver van “Humanisme Intégral”: een humanisme dat
’s mensen religieuze dimensie negeert, is geen integraal humanisme) en Emmanuel
Mounier, stichter van het blad Esprit. Het is als term een eeuw geleden
door Charles Renouvier bedacht, en is in ons land bekend geworden via Albert
Dondeyne. Zij wilden zich van het enge kerkelijke keurslijf losmaken maar toch
het belang van de verticale dimensie in het menselijk samenleven beklemtonen –
juist degene waar hun moderne nazaten van wegkijken.
Het seculiere begrip “personalisme” is, meer dan “christendemocratie”, de
link tussen CD&V en CDH geworden, welk laatste alle banden met het
christendom formeel afgestoten heeft. Door zich “humaniste” te noemen,
heeft het CDH erg lichtzinnig de in België sterk antiklerikale erfenis van het
“humanisme” omarmd en haar traditionele “unique selling proposition” in het
Waalse politieke landschap over de haag gegooid. Ook de CD&V minimaliseert
die band liefst: reeds Jean-Luc Dehaene zei dat hij de naamsverandering (uit Christelijke
Volkspartij) een gemiste kans vond om de verwijzing naar de christelijke
wortels weg te laten. Zoals Charles-Maurice de Talleyrand al zei, moet een
leider zijn volgelingen volgen; en inderdaad, de zuil richt zich maximaal naar
de trends die zij bij zijn draagvlak ontwaart. Daarom heeft de ontkerkelijking
uiteindelijk van het “Algemeen Christelijk Werknemersverbond” de nietszeggende
“Beweging” gemaakt.
Nu goed, ook bij de ontkerkelijkte generatie zou een centrum-ideologie
(“het moedige midden”) wel een bepaald publiek kunnen aanspreken. Dat is aan de
electorale wegdeemstering van CD&V echter niet te zien.
Wie hier qua stijl deels nog als relikwiegetuige van het oude Roomse
leven kan dienen, is Mieke Van Hecke, lang hoofd van het katholiek onderwijs.
Zij neemt echter onomwonden het linkse standpunt in waarmee CD&V zich
momenteel tegenover de N-VA profileert, met de bekende tirade tegen prestaties
en economisch nut die ons onderwijs al decennialang stap voor stap aan het
kelderen is. Wel valoriseert zij sterk een ander personalistisch kernbegrip,
het rentmeesterschap (vandaag ook “radicale duurzaamheid” genoemd). In de
Groene tijdsgeest is het idee dat wij geen eigenaars maar rentmeesters zijn
over Gods natuur natuurlijk zeer welkom. Zij stelde wel vast dat de kinderen
van nu hun eigen wortels niet meer kennen. Als je niet te nauw definieert wat
dan wel die wortels zijn, kunnen wij ons bij die vaststelling allemaal
aansluiten. Alleen is minder duidelijk welke rol haar partij, die al sinds het
Stenen Tijdperk in de macht deelt, daarin gespeeld heeft.
Die vraag zou met betrekking tot alle concretere hoofdstukken kunnen
gesteld worden. Wat maakt CD&V bijvoorbeeld van “de mens centraal stellen”
inzake de EU en de migratieproblematiek? Christendemocraten als Jean-Claude
Juncker, Angela Merkel of Marianne Thyssen orakelen graag over Europese
waarden, waarmee ze bedoelen: open grenzen, het zich laten bedriegen met
tranerige nepverhaaltjes, en uiteindelijk islamisering en omvolking. Maar
Europa, dat is in de eerste plaats de Europese bevolking zelf. Het is naar haar
dat hun beleid zich zou moeten richten. Laat ons dus inderdaad de mens centraal
stellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten