donderdag 9 mei 2019

De mens centraal?




De mens centraal?



Het boek “De mens centraal”, samengeteld door Dries Deweer en Steven Van Hecke, actualiseert de ideologie van de christendemocratische zuil, namelijk het personalisme. Het bevat zeventien essays, meestal door mensen uit de zuil zelf. Noteer echter ook een Jos Geysels, die voorspelbaar tegen de neoliberale mantra’s van leer trekt en hen pensée unique noemt; een Jonas Slaats, oud-medewerker van Bert Anciaux, nu pleitend voor een terugkeer naar religieuze tradities; filmdame Btisam Akarbach, die die voorzet inkopt door het personalisme voor de kar van de hoofddoek, de “dialoogschool” en dus de islam te spannen; en een Geert Noels, die de neoliberale boeman van het gezelschap had kunnen zijn doch met zijn pleidooi voor een “economie op mensenmaat” de juiste snaar raakt. Nadat de personalistische leer sinds de opkomst van eerst nieuw-links en recenter het neoliberalisme in de verdrukking geraakt is, ambieert het boek om hem een nieuwe adem te geven.

Het personalisme als begrip, met wortels in het neothomisme en de pauselijke encycliek Rerum Novarum, wordt in de eerste vier essays uitgelegd. Hoewel het klinkt als “individualisme”, beklemtoont het (naast de uniciteit en een beetje de spiritualiteit van de persoon) juist de verbondenheid. Dat begrip heeft in de mond van Wouter Beke een sinistere anti-libertaire bijklank gekregen, maar op zich kan niemand ertegen zijn. Het komt voort uit denkwerk van Franse katholieke denkers in het interbellum, inz. Jacques Maritain (schrijver van “Humanisme Intégral”: een humanisme dat ’s mensen religieuze dimensie negeert, is geen integraal humanisme) en Emmanuel Mounier, stichter van het blad Esprit. Het is als term een eeuw geleden door Charles Renouvier bedacht, en is in ons land bekend geworden via Albert Dondeyne. Zij wilden zich van het enge kerkelijke keurslijf losmaken maar toch het belang van de verticale dimensie in het menselijk samenleven beklemtonen – juist degene waar hun moderne nazaten van wegkijken.  

Het seculiere begrip “personalisme” is, meer dan “christendemocratie”, de link tussen CD&V en CDH geworden, welk laatste alle banden met het christendom formeel afgestoten heeft. Door zich “humaniste” te noemen, heeft het CDH erg lichtzinnig de in België sterk antiklerikale erfenis van het “humanisme” omarmd en haar traditionele “unique selling proposition” in het Waalse politieke landschap over de haag gegooid. Ook de CD&V minimaliseert die band liefst: reeds Jean-Luc Dehaene zei dat hij de naamsverandering (uit Christelijke Volkspartij) een gemiste kans vond om de verwijzing naar de christelijke wortels weg te laten. Zoals Charles-Maurice de Talleyrand al zei, moet een leider zijn volgelingen volgen; en inderdaad, de zuil richt zich maximaal naar de trends die zij bij zijn draagvlak ontwaart. Daarom heeft de ontkerkelijking uiteindelijk van het “Algemeen Christelijk Werknemersverbond” de nietszeggende “Beweging” gemaakt.

Nu goed, ook bij de ontkerkelijkte generatie zou een centrum-ideologie (“het moedige midden”) wel een bepaald publiek kunnen aanspreken. Dat is aan de electorale wegdeemstering van CD&V echter niet te zien.

Wie hier qua stijl deels nog als relikwiegetuige van het oude Roomse leven kan dienen, is Mieke Van Hecke, lang hoofd van het katholiek onderwijs. Zij neemt echter onomwonden het linkse standpunt in waarmee CD&V zich momenteel tegenover de N-VA profileert, met de bekende tirade tegen prestaties en economisch nut die ons onderwijs al decennialang stap voor stap aan het kelderen is. Wel valoriseert zij sterk een ander personalistisch kernbegrip, het rentmeesterschap (vandaag ook “radicale duurzaamheid” genoemd). In de Groene tijdsgeest is het idee dat wij geen eigenaars maar rentmeesters zijn over Gods natuur natuurlijk zeer welkom. Zij stelde wel vast dat de kinderen van nu hun eigen wortels niet meer kennen. Als je niet te nauw definieert wat dan wel die wortels zijn, kunnen wij ons bij die vaststelling allemaal aansluiten. Alleen is minder duidelijk welke rol haar partij, die al sinds het Stenen Tijdperk in de macht deelt, daarin gespeeld heeft.

Die vraag zou met betrekking tot alle concretere hoofdstukken kunnen gesteld worden. Wat maakt CD&V bijvoorbeeld van “de mens centraal stellen” inzake de EU en de migratieproblematiek? Christendemocraten als Jean-Claude Juncker, Angela Merkel of Marianne Thyssen orakelen graag over Europese waarden, waarmee ze bedoelen: open grenzen, het zich laten bedriegen met tranerige nepverhaaltjes, en uiteindelijk islamisering en omvolking. Maar Europa, dat is in de eerste plaats de Europese bevolking zelf. Het is naar haar dat hun beleid zich zou moeten richten. Laat ons dus inderdaad de mens centraal stellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten