dinsdag 10 september 2019

De irrelevant geworden EU






Het werd al een tiental jaar geleden duidelijk, ook al was het tot actoren als toenmalig EU-"president" Herman Van Rompuy nog niet doorgedrongen: de wereld verandert, en wel ten nadele van Europa. Terwijl de leiders van de VS, China, BraziliĆ« en India (op de tekening voorgesteld door toenmalig presidente Pratibha Patel, eigenlijk maar een ceremoniële functie; naast Barack Obama, Hu Jintao en Luiz Lula da Silva) onder elkaar de wereldzaken bedisselen, blijft Europa aan de kant staan.



Voor China en India lijkt de lijn voor lange tijd omhoog te wijzen, met economische groeicijfers waar de Europese landen niet eens meer van durven dromen, en met een snelle vooruitgang in de infrastructuur die bewondering afdwingt. Maar ook een aantal Afrikaanse landen zijn, na een halve eeuw postkoloniale ellende, aan een spectaculaire demarrage begonnen. Europa daarentegen is langdurig ten prooi aan stagnatie, en door stijgende kosten wegens vergrijzing en asielzoekersopvang kan men niet voorzien dat de curve weer opwaarts zal ombuigen. De productie verdwijnt, de creativiteit wordt niet meer aangesproken. We zijn zover dat enkele Europese landen al het initiaief tot hulp van China aanvaarden. Met de wereld gaat het goed, maar specifiek voor Europa zal het alleen maar erger worden.



Gelijklopend met de harde economische cijfers evolueert ook de culturele krachtenverhouding in ons nadeel. Ondanks de toenemende tijdsafstand wordt de wrok om de kolonisering juist groter, door enerzijds het verzwakkende prestige van de Europese waarden en de toenemende Europese zelfhaat, anderzijds het toegenomen zelfvertrouwen van "de rest". De wegdeemstering van het Franse chanson en de Parijse intellectuele modes (structuralisme, existentialisme, postmodernisme; alleen de nouvelle droite stelt het goed), van de Italiaanse filmindustrie enz. maken dat ook de soft power van het oude Europa stilaan een herinnering wordt. 



De Verenigde Staten spelen wel nog een rol, zelfs voor steeds meer mensen, wier belevingwereld voor het eerst ontsloten is door tv en internet. Maar de giganten China en India zijn nu toch vooral met hun culturele zelfherontdekking bezig. Meer en meer is hun soft power ook op onze eigen beschaving aan het inwerken. Je ziet deze trend vooral buiten Europa: in de Arabische en Afrikaanse landen geeft de Indiase film de toon aan en imiteren zangers de Indiase popmuziek. Wen er maar aan: het toenemend belang van Azië in een éénwordende wereldbeschaving.



Het Europese gemoraliseer over democratie en mensenrechten komt steeds komischer over. Als je in Mao's tijd Chinese literati over democratie aansprak, gingen zij in de verdediging: “Jaja, we zijn ook voor democratie, maar eerst moeten we bestaanszekerheid scheppen." Vandaag zijn zij onverbloemd tégen de democratie: net als in Confucius' tijd vertrouwen zij liever op een verlichte voorhoede. De Europese besluiteloosheid en stagnatie (naast de vereeuwiging van de verkiezingscampagne tegen Donald Trump in de VS) vormen voor hen juist het bewijs dat democratisch bestuur geen langetermijnvisie heeft, geen eensgezindheid voortbrengt, en helemaal geen knopen kan doorhakken. Ook de deelname van Europese landen aan militaire interventies in de moslimwereld staat steeds zichtbaarder in wanverhouding met én hun slinkende militaire macht én de afnemende geloofwaardigheid van hun politieke model.



Europa is nu als een partij in de oppositie. Dit is niet de juiste tijd om zich bazig met de wereld te bemoeien. Wel om zich te herbronnen en zijn eigen huis in orde te zetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten