zaterdag 1 juni 2019

India geModificeerd






(Doorbraak, 31 mei 2019)


Laten we het eens over de verkiezingen hebben. Nee, niet die in ons landje, noch in onze hoek van de Euraziatische landmassa, maar die in een ander subcontinent, ongeveer even groot maar veel dichter bevolkt: India. Of de onze historisch mogen genoemd worden, wordt nog betwist, maar die in India waren dat ongetwijfeld wel.

De regeringspartij Bhâratîya Janatâ Pârti ofte “Indiase Volkspartij”, doorgaans omschreven als Hindoe-Nationalistisch, vergroot haar meerderheid aanzienlijk, tot 305 van de 545 afgevaardigden in de Lok Sabhâ ofte “Volksraad”, het Lagerhuis. (De leden van het Hogerhuis, de Râjya Sabhâ ofte Statenraad, worden niet rechtstreeks verkozen.) Haar bondgenoten met wie ze de National Democratic Alliance (NDA) vormt, halen er nog eens 44, dus zelfs de tweederde meerderheid komt in zicht. Tientallen zetels zijn verdeeld over weinig ideologische plaatselijke snipperpartijen of éénthemapartijen, die voor een politiek voordeeltje best bereid zijn hun stem te verkopen,-- of die, niet gebonden door oppositiepolitiek, voor redelijke grondwetswijzigingen zelfs uit overtuiging met de meerderheid zullen meestemmen.



Verpletterend

Historisch is bijvoorbeeld dat de ooit alomtegenwoordige Congrespartij nu in belangrijke deelstaten geen enkele zetel meer heeft. De BJP daarentegen behaalt in een tiental deelstaten deelstaten alle lagerhuiszetels. In 94% van de fel betwiste kiesdistricten waar Congresleider Rahul Gandhi in eigen persoon campagne gevoerd heeft, is de zetel zijns ondanks naar de NDA gegaan. De Aam Aadmi Party (Partij van de Gewone Man, een links-populistische anti-corruptiepartij), die in de plaatselijke verkiezingen in Delhi vier jaar geleden de BJP nog verpletterend versloeg, heeft nu geen enkele parlementszetel. De Communisten, tot 2009 in een federale regeringscoalitie met de Congrespartij, zijn in hun historische bastions van de kaart geveegd: geen enkele zetel meer in West-Bengalen, nog één in Kerala.

Enkele opmerkelijke individuele resultaten:  Kanhaiya Kumar, een studentenleider die de Kasjmiri afscheidingsstrijd en de lankmoedige behandeling van terroristen bepleitte, is als kandidaat voor de Communistische Partij met vernederende cijfers verslagen. Rahul Gandhi is verslagen in het kiesdistrict waar hij of zijn familieden al decennialang verkozen werden, Amethi. (Hij had voor alle zekerheid zijn toevlucht genomen tot een tweede kandidaatstelling, namelijk in het district Wayanad dat een moslimmeerderheid heeft, en daar is hij wel verkozen.) Ook de prominente Kasjmiri separatiste Mehbooba Mufti en Congres-fractieleider Mallikarjuna Kharge, bekend om zijn antibrahmanisme, hebben hun zetel verloren. En in in Bhopal is Digvijay Singh als Congreskandidaat verslagen door de recent vrijgelaten Sadhvi (~ non) Pragya Thakur.

Dat laatste behoeft wat uitleg. In 2006 vond een onopgeloste bomaanslag plaats tegen het hoofdkwartier van de Hindoe-Nationalistische massa-organisatie RSS (Nationaal Vrijwilligerskorps). Het onderzoek werd ondermeer gevoerd door luitenant-kolonel Shrikant Purohit. Deze kwam een verband op het spoor met enkele Congrespolitici, onder meer Digvijay Singh. Toen hij bij zijn oversten daarover rapporteerde, kwam het de betrokken politici ter ore. Zonder aanleiding werd hij aangehouden, zelf van terrorisme beschuldigd en langdurig gefolterd. Hij brak echter niet. Terwijl enkele andere bomaanslagen plaatsvonden, werden twee kennissen van hem aangehouden, Swami (~ pater) Aseemananda en Sadhvi Pragya. Zij werden eveneens gefolterd, waarbij de Sadhvi’s ruggengraat gebroken werd; ze genas van een echte verlamming maar bleef wel kreupel. Aseemanada ging door de knieën toen zijn oude moeder ook met foltering bedreigd werd, en bekende betrokkenheid bij de aanslagen. De notie “hindoe terreur” was geboren en werd maximaal in de Indiase media rondgezwaaid, met name om de bekendere notie “islamitische terreur” te relativeren. (Ziedaar de logische uitloper van de smoes: “Het heeft niets met de islam te maken!”)

 Nader onderzoek bevond hen echter onschuldig, en recent zijn zij vrijgelaten; inmiddels is de ware toedracht achter de valse beschuldiginen bekend. Sadhvi Pragya stelde zich kandidaat tegen haar folteraar Digvijay Singh. Zelden was er zo’n morele genoegdoening bij ocharme een verkiezingsuitslag als toen de kiezer deze Digvijay uitkotste en een klinkende overwinning aan de Sadhvi schonk.



Drievoudige verstoting

De gebruikelijke tegenstanders van de BJP voorspellen, net als bij haar verkiezingsoverwinningen in 1998, 1999 en 2014, nog maar eens “gevaar voor de democratie”, “onderdrukking van de minderheden”, “vrouwen terug naar de keuken”, “alle moslims in de Indische Oceaan”, het einde van de wereld enzovoort. Vooral die arme minderheden zouden veel gevaar lopen. Maar hoe zit het eigenlijk met die minderheden, niet in de fantasiewereld van die tegenstanders maar in de werkelijkheid?

De wettelijke voorrechten die de minderheden in India genieten, en de meerderheid niet, zijn door Narendra Modi niet in vraag gesteld. (Velen hebben moeite om het te geloven, maar het staat zwart op wit in de grondwet en een aantal wetten: sommige “rechten” gelden voor de minderheden, niet voor de meerderheid. Het is maar door mijn Vlaamse achtergrond dat ik het verschijnsel van een meerderheid die zich bij haareigen achterstelling neerlegt, begreep, terwijl de meeste India-watchers het weigeren onder ogen te zien en India hardnekkig een “seculiere staat” met gelijkheid ongeacht godsdienst blijven noemen.) Een van zijn parlementsleden, Satyapal Singh, diende in eigen naam een wetsvoorstel in om deze discriminaties af te schaffen, maar de regering heeft hem daarin nooit gesteund en het is nooit ter stemming voorgelegd. Er zijn dus politiek bewuste hindoes die hem juist een pro-minderheden partijdigheid verwijten, iets wat je nooit in de grote media zal lezen.

Het aantal vrouwelijke parlementsleden is onder en bij de BJP blijven groeien, en de voorbije jaren was onder meer de minister van Defensie een vrouw. De lagere klassen vereenzelvigden zich sterk met de theejongen die Modi ooit geweest is, en hij kreeg massaal hun stemmen. Ook hij is van lage kaste, en hij toonde weinig brahmaanse bekommernissen, zoals aan elk gezin een toilet verschaffen en aan iedereen een bankrekening garanderen om aan de moderne “witte” economie te kunnen deelnemen.

In een aantal kiesdistricten met moslimmeerderheid heeft de BJP een zetel veroverd. Geschat wordt dat een 10% van de moslims voor Modi gestemd heeft. Vermoedelijk gaat het vooral om vrouwen, die zeer gecharmeerd waren door Modi’s steun aan een gerechtelijk vonnis, afgedwongen door enkele verstoten moslim-echtgenotes, dat de “drievoudige verstoting in één zitting” verbood. Zoals bekend kan een moslim zijn vrouw eenvoudig verstoten door drie keer Talaaq te zeggen: “Ik verstoot je.” Alleen, volgens Mohammed moest tussen twee verstotingsverklaringen een menstruatie plaatsvinden, zodat er tijdens die drievoudige Talaaq twee maanden verlopen zouden zijn, genoeg voor afkoeling en een gebeurlijke verzoening. Maar de praktijk, door de meeste Indiase Sjari’a-geleerden verdedigd, is dat men die drievoudige verstoting in één keer uitspreekt. In Pakistan en andere moslimlanden is die praktijk inmiddels afgeschaft, en Modi had daarmee een niet-“islamofobe” poot om op te staan toen zijn regering het gerechtelijk vonnis in een wetsontwerp omzette, dat door de BJP-meerderheid goedgekeurd werd. In het hogerhuis had de oppositie echter de meerderheid, en zij blokkeerde het wetsontwerp, daarmee de islamclerici steunend en de moslimvrouwen negerend. 

Meer algemeen werd Modi, ondanks alle tegenpropaganda, geassocieerd met modernisering, evengoed de maatschappelijke als de technologische, en dus ook met het ontdooien van de bevroren verhoudingen onder de Sjari’a. Daarom hebben veel moslimvrouwen in de stilte van het stemhokje een stem voor Modi uitgebracht. Niet zonder gevaar, want een aantal moslimvrouwen die tevredenheid met Modi’s zege lieten blijken, zijn door hun man of vader mishandeld.



Verdeeldheidzaaier

Wat zeggen de commentatoren? In de internationale pers valt op dat links-Indiase en Pakistaanse commentatoren, zoals Aatish Taseer in Time en gramschapsprofeet Pankaj Mishra (laatste boek: Age of Anger) in de New York Times, al hun duivels ontketenen tegen Modi, terwijl Westerlingen die geen binding met India en haar linkerzijde hebben, veel nuchterder en neutraler commentaren geven. Aldus prijzen V. Mitchell in Time en Ian Bremmer in de NYT de economische wijsheid van Modi’s beleid.

Aan de vooravond van de stemmentelling noemde Taseer premier Modi de “Divider-in-Chief”, wetend dat Westerse linksen als de Time-hoofdredactie “divisive” (verdeedheid zaaiend) als code gebruiken voor “rechts”: hij strijdt tegen Modi, zij gebruiken Modi om hun eigen strijd tegen Donald Trump op te projecteren. Mishra laat zich eens lekker gaan in zijn gastcolumn: “How Narendra Modi seduced India with envy and hate” (NYT, 23 mei 2019). De premier heet daar “dangerously incompetent”, een “ethnic-religious supremacist with fear and loathing as his main political means”, met als resultaat ”continuous explosions of violence in both the virtual and real worlds”.

Laat eens kijken. Was hij onbekwamer dan bv. Rajiv Gandhi, de lijnpiloot die zonder enige ervaring premier werd en die, door het verstikkende socialistische beleid van zijn grootvader Jawaharlal Nehru en zijn moeder Indira Gandhi voort te zetten, de staatskas nog berooider achterliet dan hij ze aangetroffen had? Is een premier onder wiens bewind India qua groei zelfs China voorbijstak, “onbekwaam”? Dan hoop ik dat ons land eindelijk eens aan onbekwame politici en kans geeft om hun onkunde op onze zieltogende economie los te laten. De “voortdurende gewelduitbarstingen” vallen gemakkelijk te tellen en blijken veel minder talrijk en met veel minder slachtoffers dan de golven religieus geweld onder Congrespremiers (om van de voortdurende terreur tegen de minderheden in het nabije Pakistan en Bangladesj nog te zwijgen). Door zoiets te schrijven voor een Westers publiek speelt hij gewoon in op de algemene onwetendheid over het verre India.

Nu, deze schreeuw van frustratie over Modi’s hernieuwde en versterkte mandaat is een symptoom van een historische verandering. De Engelssprekende elite die altijd neerkeek op inheemse volksjongens als Narendra Modi is geleidelijk irrelevant aan het worden. De toenemende welvaart is de hindoes van hun minderwaardigheidscomplex aan het bevrijden. Zij hebben de betwetende India-watchers en hun eigen rest-koloniale elite een uitdagende neus gezet.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten