Doorbraak, 3 dec. 2018
Toen
uitgever Karl Drabbe mij vroeg om vanaf nu aan Doorbraak wekelijks een
artikel te leveren, voegde hij er een beperking aan toe: “Maar natuurlijk niet
alleen over de islam.” En ik dan antwoorden: “Wees gerust, er zijn genoeg
vrolijker onderwerpen.” Het wil echter zo lukken dat Doorbraak zelf mij
een islamgerelateerd onderwerp aanreikt, een islamartikel dat om een respons
vraagt. Denkelijk is het goed voor één keer.
Rob Lemeire
vertelt in zijn artikel “De zwakheden van het mohammedanisme” (ik schrijf dat
laatste woord met kleine letter, niet om een ideologische maar om een
spraakkundige reden: vergelijk met “marxisme”) over een debat tussen islamdoorlichter
Eddy Daniëls en islampredikant Khalid Benhaddou. Het was naar verluidt een
hoffelijk debat, zowel tussen de debaters als vanwege het publiek, dat vooral
uit linksen en moslims bestond. Zelfs Daniëls’ bekende kritiek op Mohammed, de
“integrale mens” en rolmodel voor elke praktiserende moslim, werd geruisloos
aanhoord, zo leren we, en zelfs bijgetreden door Benhaddou.
Wat beduidt
dat in theorie en in praktijk? De theoretische ontleding zal de aandacht
vestigen op de tegenstrijdigheid in Benhaddou’s stellingname, reeds in zijn bekende
pleidooi voor een “rationele islam”, en hier in zijn keuze om een 7de-eeuwse
handelsreiziger uit het verre Arabië te eren terwijl hij erkent dat die een
onverdraagzame geweldenaar, slavenhandelaar en verkrachter was. Zelfs als de
profeet daarnaast soms ook een toffe gast was, zoals in de deels ware en deels
verzonnen anekdotes die Benhaddou aan zijn leerlingen vertelt, is er nog altijd
geen reden om meer aandacht aan die man te besteden dan aan eender welke andere
medemens.
Kritiek op
Mohammed, hetzij op de totstandkoming van zijn nieuw wereldbeeld hetzij op de
gevolgen daarvan in zijn gedrag, blijft niet zonder gevolgen. Hij was een
feilbare mens in zijn inzichten en in zijn gedrag. Volgens critici was hij
zelfs fouter dan de meesten in beide opzichten, maar laat dat standpunt
voorbijgaan: hij was in ieder geval feilbaar, niet alleen in zijn beschreven
gedrag (Hadieth) maar ook in de woordelijke uitingen die hij als openbaring
verkocht (Koran). Waarom zou je zo iemand volgen? Het antwoord van gelovigen
zal zijn dat, bij al Mohammeds al-te-menselijkheid, de Koranwoorden toch maar
van God zelf komen,-- een volstrekt onbewezen stelling.
De profeet
was, volgens wijlen Herman Somers en steeds meer andere zielkundige
onderzoekers, een geval van paranoia, met een uitverkiezingswaan (namelijk als
Gods unieke en ultieme zegsman) gevoed door sensoriële hallucinaties (stemmen
horen, visioen van de aartsengel Gabriël), vaak gepaard met een schuimbekkend
toeval. De Koran, de verzameling van zijn “openbaringen”, was slechts een
bandopnemer van de mijmeringen en verlangens in zijn eigen geest. Soms
manipuleerde hij die, zoals toen hij Gods bijzondere toelating kreeg om, tegen
de heersende gebruiken is, met Zainab te trouwen (zijn andere vrouwen beseften
best dat dat doorgestoken kaart was), of toen hij als toegeving aan de heidenen
de verering van de drie Mekkaanse godinnen toestond en daarna onder druk van
puristische volgelingen weer verbood; maar doorgaans geloofde hij zelf dat een
bovennatuurlijk wezen via hem sprak. Niet zo heel oneerlijk, alleen fout.
Aan die begoocheling
was hij zeer gehecht. Het was zijn grootste bekommernis, en de verklaring van
allerlei eigenaardigheden in de islamwet ligt dan ook hier, dat uiteindelijk
elke mens op aarde zijn waan zou delen. Ziedaar de moslimgemeenschap: de
miljoenen die aan een kunstmatige “folie à deux” lijden, een meespelen (tot en
met verinwendigen) met de waan van de getroffene.
Ook zijn
gedrag was niet zo lovenswaardig, zelfs niet in zijn land en zijn tijd. Dacht
je dat men toen roof en verkrachting normaal vond, laat staan navolgenswaardig
deugdzaam? Na zijn eerste roofovervallen op Mekkaanse karavanen mobiliseerde
Mekka een leger om daartegen op te treden (slag bij Oehoed); blijkbaar hadden
ze er toch problemen mee. Onze kennis over de oude Arabische beschaving is
beperkt, maar als we er het normenstelsel van naburige wetgevers als Hammoerabi,
Manoe of Mozes bijhalen, lijkt zelfs het ontmaagden van een 9-jarige bruid niet
zo vanzelfsprekend.
Wat in de
wetgeving van Mozes, op wie hij zich aanvankelijk richtte (tot hij begreep dat
de Joden hemzelf niet als profeet aanvaardden), alleszins wel voorkomt, is de
slavernij. Die was allerminst een nieuwlichterij van Mohammed, maar die
aanvaardde ze wel, en hij beoefende de slaafneming en slavenhandel op grote
schaal. Het was met grote tegenzin dat het Mogol- en het Ottomaanse rijk zich door
de westerse mogendheden lieten dwingen om ze af te schaffen, en de taaiste
volhouders waren Saoedi-Arabië, Soedan en Mauretanië. De Barbarijse zeerovers
in Algerije en de Zanzibari slavenhalers in Kongo hadden zelfs een Franse resp.
Belgische militaire tussenkomst nodig om tot betere gedachten te komen.
Het gaat
hier dus om een praktijk die gemeenschappelijk was aan de volgelingen (van wie
goedmensen altijd zeggen dat ze “de ware boodschap van de grondlegger verkeerd
begrepen hadden”) en de grondlegger: door en door islamitisch, onweerlegbaar
islamitisch. Vindt Benhaddou dat deze praktijk moet hernomen en voortgezet
worden? Zoals islamtheologen zeggen: de islam is geen kwestie van ‘aql
(“rede”) maar van naql (“overdracht”, “nabootsing”). Het gaat niet om de
rechtvaardiging die jij bij gelegenheid weet te verzinnen, maar om het nadoen
van wat modelmens Mohammed heeft voorgedaan. Bij de tsjeven kan je foefelen, en
andere delen van de Bijbel aanspreken wanneer je die door Mozes en Paulus
gerechtvaardigde slavernij wil buiten beeld houden of afschaffen; maar bij de
islam wordt zoiets echt moeilijk. Ben je tegen de slavernij, dan ben je tegen
de islam; geen hervorming mogelijk.
Benhaddou
lijdt zichtbaar onder die spreidstand. Als hij bijvoorbeeld, ongetwijfeld
oprecht, voor goede betrekkingen met de omgevende samenleving van niet-moslims
pleit, dan pleit hij eigenlijk tégen het Koranverbod op vriendschap met joden
en christenen. Als hij zich hier voor integratie van de islam inzet, in plaats
van voor een islamiserende machtsgreep zoals Mohammed die pleegde in zijn
asielstad Medina en vervolgens in heel Arabië, dan keert hij zich paradoxaal
genoeg tégen de islam. Als hij een multiculturele, pluralistische samenleving
nastreeft, in schrille tegenstelling met Mohammeds levenswerk, namelijk de
afschaffing van de bestaande multiculturele samenleving in heidens Arabië, dan
zegt hij eigenlijk: “Mohammed was fout.” Ik wil wel geloven dat Benhaddou die
avond verrassend ver is de moderne zienswijze meeging, maar durft hij dat in
een volle moskee herhalen: “Mohammed was fout”?
Op het
antwoord zal ik voorlopig niet wachten. Ik heb best begrip voor Benhaddous
dilemma: het van kleinsaf meegekregen geloof trouw blijven, of onverkort voor
de rede kiezen? Let wel, afvalligheid uit de islam hoeft hier niet eens een
breuk met de religie te betekenen. Verlichting hoeft geen atheïsme te zijn, of
zo althans hebben generaties christelijke hervormers hun godsdienst met de
moderniteit trachten te verzoenen. Maar stemmenhoorderij, sluipmoorden op
hekeldichters of een vrouw je harem in dwingen nadat je haar mannelijke
gezinsleden hebt terechtgesteld, dat kan werkelijk niet aanvaard worden, laat
staan tot voorbeeld gesteld (een voorbeeld dat we pas nog verwerkelijkt gezien
hebben in Islamitische Staat). Mohammed was zonder enige twijfel fout; maar wat
te doen als je dat begint onder ogen te zien en hem toch trouw wil blijven?
Ik heb
sympathie voor de verscheurde Benhaddou omdat ikzelf, net als miljoenen
anderen, door dezelfde fase gegaan ben. Ik heb nog aan den lijve ondervonden
wat het is, gelovig te zijn; en ik heb de beginnende twijfel meegemaakt, de
onhandige pogingen om water en vuur te verzoenen, de worsteling naar de
uitgang, het besef van een voltrokken geloofsafval, en later nog de opruiming
van reflexen die je aan het geloof hebt overgehouden. Ik herken die
halfweg-mechanismen, van “de Bijbel op mijn manier lezen”, van “ja aan Jezus
maar nee aan de Kerk”. Een verschil tussen christendom en islam is juist dat
het christendom, gericht naar de geest en weg van de letter, zich veel meer tot
zoiets leent dan de islam; maar zelfs het christendom is er uiteindelijk niet
in geslaagd, zovele miljoenen twijfelaars definitief aan zich te binden.
Je zal in
een wegdeemsterende islam dus verschillende formules vinden om het
onvermijdelijke inzicht dat Mohammed fout was, te omzeilen of op afstand te
houden. Het eindresultaat is wiskundig zeker, namelijk het oplossen van de
islam, maar de manier waarop zal een regenboog zijn. Met name zullen velen, en
wel die strekking die demografisch het felst groeit, nog een tijd de zuivere
islam volhouden (en dat maakt een specifiek beleid tegenover het islamprobleem
nog steeds nodig). Aan de andere pool hebben we een Hafid Bouazza of een
Taslima Nasreen, die hun besluit al lang genomen hebben: “De moslimwereld heeft
niet zozeer ‘gematigde moslims’ nodig, maar ‘ex-moslims’.” En daartussenin
krijg je een waaier van halfslachtige oplossingen, hier vertegenwoordigd door
Benhaddou. Het is een overgangsfase op
weg naar de uitgang.
Althans als
het proces in vrijheid zijn natuurlijke verloop kan kennen. Want de zuiverder
islamstrekking zal nog steeds veel doen om stappen naar geloofsafval te
beletten. En Europese kerstekinderen die het tot minister gebracht hebben,
zullen nog een tijdje doorgaan met de islamisering van “moslimkinderen” (zijnde
kinderen van moslims, aan wie echter niets van nature moslim is) via
gesubsidieerde islamscholen. In de plaats daarvan moeten we in de voetsporen
van de natuur stappen en het normale moderniseringsproces laten spelen, wat voor
onze politici ook betekent: het ontgroeien van de islam faciliteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten