In memoriam Aleksandr Zinovjev
Op 10 mei
2006 overleed op 83-jarige leeftijd Aleksandr Zinoviev. Hij was een
dissident van de Sovjet-Unie zowel als van de Nieuwe Wereldorde, en
waarschuwde voor de gelijkenissen tussen beide.
Aleksandr
Zinovjev werd geboren op 29 oktober 1922 in ergens een dorpje
genaamd Pachtina, als zesde van elf. Hij was de zoon van een
timmerman, wat wel vaker een voorteken is van een grootse roeping.
Zijn ouders verhuisden spoedig naar Moskou, waar hij school liep en
de aandacht trok als briljant leerling. Hij mocht voortijdig gaan
studeren aan het Instituut voor Filosofie, Letterkunde en
Geschiedenis, maar werd er buiten gezet wegens kritiek op Jozef
Stalins beleid van gedwongen collectivisering. Hij werd aangehouden
maar ontsnapte naar Siberi� waar hij onderdook tot hij zich in 1940
bij het Rode Leger kon aanmelden. Onder WO2 diende hij in een
tankregiment en vervolgens als piloot. Omdat hij zich militair
onderscheidde mocht hij nadien naar Moskou terugkeren en zijn
studies hervatten. Hij promoveerde op een proefschrift over de
logische structuur van Karl Marx' Das Kapital.
Een van zijn
twintigtal boeken over logica, Wijsgerige Problemen van
Meerdere-Waarden-Logica (1960), maakte hem international bekend.
Hij werd in 1962 hoogleraar en later voorzitter van het departement
Wiskundige Logica in de universiteit van Moskou. Hij laadde opnieuw
verdenkingen op zich toen hij geen gevolg gaf aan druk van hogerhand
om dissidente docenten te ontslaan. In 1970 nam hij ontslag uit de
redactie van het leidinggevende sovjettijdschrift voor wijsbegeerte
uit protest tegen de personencultus rond Leonid Brezjnev.
Voor de
Sovjetregering ging hij een stap te ver met zijn boek De Gapende
Hoogten, waarvan het Russisch origineel in 1976 in Lausanne
gepubliceerd werd. Daarin beeldde hij de USSR onder Stalin en Nikita
Chroestsjov uit als de stad Ibansk (een schuttingwoord) waar
De Chef alleen de middelmatigheid laat gedijen, waar elke
uitstekende nagel plat geklopt wordt en moreel waardebesef vervolgd.
Er is geen werkloosheid omdat iedereen doet alsof hij werkt terwijl
de overheid doet alsof ze betaalt. Niemand protesteert omdat
iedereen op een of andere manier mede de grote leugen in stand
houdt. Met die evocatie schetste Zinovjev de contouren van een
begrip dat hij later theoretisch zou uitwerken: Homo Sovieticus.
In Rusland
verscheen het boek alleen in samizdat-uitgave, maar het
veroorzaakte er enige opschudding. De regering wilde de schrijver
van deze bittere satire niet openbaar vervolgen om het boek geen
extra publiciteit te bezorgen, maar ze wilde hem ook niet ongemoeid
laten. Daarom ontnam ze prof. dr. Zinovjev zijn leerstoel en
lidmaatschap van de Sovjet-Academie voor Wetenschappen, zijn
eretekens uit de oorlog en zijn academische titels. Na zijn volgende
boek, Stralende Toekomst, een satire op Brezjnev die in 1979
in het Westen uitkwam, werd hij verbannen wegens "gedrag schadelijk
voor het Sovjetprestige".
Zinovjev
kreeg een leerstoel in M�nchen en kon nu rustig zijn ontleding van
het re�el bestaande socialisme nader ontwikkelen. In 1985
publiceerde hij dan Homo Sovieticus, een droefgeestige studie
van de "maatschappelijke entropie", volgens hem het geheim van de
toch merkwaardige stabiliteit van het anders weinig geliefde
Sovjetsysteem. In ruil voor onvrijheid en een lage levensstandaard
kregen de sovjetburgers zekerheid en vrijheid van
verantwoordelijkheid. Hij meende dat een meerderheid hiermee
uiteindelijk tevreden was en het systeem zou steunen. Inmiddels had
hij in het Westen ook geen hoge dunk gekregen van de liberale
consumentendemocratie die de mensen zwak en dom maakt. Hij
verwachtte dat de perestrojka zou slagen en het Sovjetsysteem
een tweede adem zou krijgen en het hedonistische Westen zou
overleven.
Zoals velen
vandaag over Arabieren zeggen, zo zei Zinovjev over de Slaven dat
zij geen boodschap hadden aan democratie. De meeste dissidenten
zagen dat anders, en Zinovjev vervreemdde nog meer van hen toen het
Sovjetsysteem inderdaad instortte. Of de Russen vrijheid zouden
krijgen, en wat voor een, was nog niet duidelijk, maar dat zij hun
bestaanszekerheid zouden verliezen, was het maar al te zeer. Hij
bekritiseerde de uitverkoop van de staatsbedrijven aan roofbaronnen
door Boris Jeltsin en de resulterende ontwaarding van lonen en
pensioenen. In de presidentsverkiezingen van 1996 steunde hij zelfs
de communistische kandidaat Gennadi Zioeganov, de kandidaat van de
volksbelangen en tegenstander van de Westerse overname van Rusland.
Want voor hem was de ontbinding van de USSR minder de nederlaag van
een ideologie als de nederlaag van het Russische volk tegen zijn
Westerse belagers.
Anti-globalist
De
ontbinding van het Sovjetsysteem viel samen met de uitroeping van
een "Nieuwe Wereldorde" door George Bush senior. Naarmate de
VS-hegemonie zich verder ontplooide, ging Zinovjev waarschuwen voor
het "democratisch totalitarisme" (democratisch naar de vorm,
totalitair in re�le machtstermen) dat aan de wereld opgelegd werd.
In ondermeer
zijn boek La Grande Rupture: O� Va le Nouvel Ordre Mondial?
(L'Age d'Homme, Lausanne 1999) roeit hij tegen de stroom in door de
verdediging van de Staat op zich te nemen. Dat is namelijk een
belangrijk instrument van volkssoevereiniteit, en het is geen toeval
dat ambitieuze agenten van de globalisering de staat langs boven en
onder uitkleden. Je kan de staat van allerlei lelijks beschuldigen,
maar je kan op hem tenminste een zekere institutionele controle
uitoefenen. Zelfs de Sovjetstaat had tenminste de verdienste dat hij
het volk beschermde tegen de internationale uitbuitingsmechanismen
die onder Jeltsin vrij spel kregen. Vandaag verschuift de macht
steeds meer naar allerlei supranationale organen die niet aan
democratisch gestemde wetten gehoorzamen noch aan enig kiespubliek
verantwoording moeten afleggen. Voor Rusland putte Zinovjev enige
hoop uit het herstel van het staatsgezag tegen de oligarchen door
Vladimir Poetin.
Een cruciale
nieuwigheid in de huidige maatschappij is de oppermacht van de
media, die de staat naar hun pijpen kunnen doen dansen. "Formeel
bestaat er geen centrum van waar uit de media gedirigeerd worden.
Maar in de feiten functioneren zij precies alsof zij instructies
ontvangen vanwege een bestuurscentrale zoals de Centraal Comit� van
de USSR. Er is daar een soort van 'onzichtbare hand' die nog
praktisch nooit rationeel bestudeerd is" (p.64), zo beschreef hij
een situatie die vandaag nog onverminderd in voege is.
Hij
rechtvaardigde ook zijn schijnbare ommezwaai die erin bestond om
postuum voor het Sovjetstandpunt tijdens de Koude Oorlog op te
komen: de Amerikaanse aanwezigheid in Europa was "in feite een
onderwerping van West-Europa door een vreemde mogendheid. De VS
hebben bereikt wat Hitler-Duitsland geprobeerd had, maar met andere
middelen (*) De 'Koude Oorlog' van de VS tegen de USSR was
terzelfdertijd een 'koude kolonisatie' van de alle Westerse staten
door de VS." (p.74)
In 1999
keerde Zinovjev terug naar Rusland. Tijdens een vraaggesprek vlak
voor zijn vertrek uit M�nchen verklaarde hij: "De catastrofe in
Rusland is hier in het Westen gewild en geprogrammeerd. Ik kan het
zeggen omdat ik in een zekere periode zelf een ingewijde was. Ik heb
deelgenomen aan studiezittingen waar men onder voorwendsel van
strijd tegen een ideologie de dood van Rusland voorbereidde. (*) Ik
kan niet langer leven in het kamp van diegenen die mijn land en mijn
volk vernietigen." (Grande Rupture, p.90)
In datzelfde jaar
gaven de volkomen wederrechtelijke VS-bombardementen op
rest-Joegoslavi� ter ondersteuning van het moslim-Albanese
expansionisme in Kosovo en ter bestraffing van de Servische
weerstand hem gelijk. Na de evenzeer wederrechtelijke uitlevering
van Slobodan Milosevic aan het Joeslavi�-tribunaal werd hij
medevoorzitter van het internationaal comit� ter verdediging van
Milosevic.
Zelf heb ik de eer gehad om Zinovjev een paar keer te ontmoeten en
om samen met hem de petitie "Les Europ�ens veulent la paix"
tegen de anti-Servische en au fond anti-Europese agressie van Bill
Clinton te ondertekenen. Een andere ondertekenaar was Aleksandr
Solzjenitsyn. Het is geen toeval dat de pleitbezorgers van de
menselijke vrijheid tegen de Sovjetdictatuur vervolgens gingen
waarschuwen tegen de soms subtiel en soms minder subtiel opgedrongen
"consensus" van de multiculturalistische en moreel relativistische
Nieuwe Wereldorde.
(Nucleus, juni 2006)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten