zondag 1 mei 2022

Taiwan als het echte China

(Doorbraak, 22 april 2022) In de wereld van de internationale betrekkingen houdt men er steeds openlijker rekening mee dat de Volksrepubliek China zijn "opstandige provincie" Taiwan gaat binnenvallen en annexeren. Wat zou eraan verloren gaan als daarmee de "Republiek China" verdwijnt? De Chinese Republiek werd opgericht door Sun Yixian (bekender in de Kantonese vorm Sun Yat-sen; of onder de erenaam Sun Zhongshan, "berg van China") na de omverwerping van het Qing-keizerrijk in 1911. Deze revolutie was enerzijds nationalistisch, want gericht tegen een uitheemse dynastie, namelijk uit Mantsjoerije. Dat is nu volledig Chinees maar behoorde historisch niet tot China: men sprak er Tongoesisch, verwant met Turks en Mongools, en vereeuwigd door de Vlaamse jezuïet Ferdinand Verbiest in zijn Grammatica Tartarea. Anderzijds was zij moderniserend en uiteindelijk door westerse ideeën geïnspireerd. Dat liberaal nationalisme werd gedragen door de partij van Sun, de Guomindang of Nationale Volkspartij, opgericht in Shanghai 1894. Zij beleed de "drie volksbeginselen" (sanminzhuyi): volk zijn (nationalisme), volksbestuur (democratie) en volkswelvaart (een soort socialisme).. Sun zette de drie beginselen voor het eerst uiteen in 1905 tijdens een redevoering in Brussel -- hij was één van de vele buitenlandse politieke opposanten die hier zijn agitatie had mogen verderzetten. Na de revolutie was zijn partij meestal aan of dicht bij de macht, maar het is alleen in 1928-37 dat zij vanuit Nanjing echt haar visie in beleid kon omzetten zonder door burgeroorlogen en de Weerstandsoorlog tegen Japan afgeleid te zijn. De verwestersende impact van het Republikeinse bewind was uitgesproken, te beginnen met het democratisch, of althans republikeins, politiek model. Anders dan in India, waar het een vergeten inheemse staatsvorm oprakelde, was het in China volstrekt nieuw. Ook nationalisme was destijds een modieus politiek ideaal uit het Westen, maar bouwde wel voort op een natuurlijk nationaal gevoel dat zich al eerder bewezen had, bijvoorbeeld bij de omverwerping van de Mongoolse Yuan-dynastie in 1368. Socialisme was niet echt nieuw: het was altijd een confuciaans ideaal geweest dat de bestuurder naar het welzijn van het volk zou omzien, hoewel het volk zelf daarin geen zeg had. Westerse onderwijsvormen, kunststijlen en materiële cultuur werden in de Republiekperiode gretig overgenomen. Na de Eerste Wereldoorlog vond een studentenagitatie plaats die “mijnheer De” (democratie) en “mijnheer Sai” (science, wetenschap) verwelkomde en het confucianisme als schuldige aan China’s neergang verketterde. In verdunde vorm was dat de feitelijke politieke visie die de Chinese Republiek animeerde. Een minder bekend feit is dat deze pro-westerse tendens mede veroorzaakt werd door de grote invloed van de christelijke missionarissen op de leidersgroep. GMD-leider Jiang Jieshi (Tsjiang Kai-sjek) was tot het christendom bekeerd onder invloed van zijn vrouw Song Meiling, in de sporen van keizer Constantijn en Clovis; eerst louter formeel, maar gaandeweg met diepere overtuiging. Het bond hem sterker aan de VS, en zou een rol spelen in de CCP-propaganda tegen hem. Het verklaart ook het pro-Chinese standpunt in Hergé’s strip Kuifje en de Blauwe Lotus, gepubliceerd in het katholieke blad Le Vingtième Siècle: China gold toen als een gunstig evoluerend missiegebied. In dat opzicht zouden de communisten veel nationalistischer uit de hoek komen dan de officiële nationalisten: zij maakten volledig schoon schip met het “koloniale” of “pro-Amerikaanse” missienetwerk. Continuïteit met de CCP De invoer van het marxistisch-leninistische ideeëngoed door de Chinese Communistische Partij was maar een radicalisering van de veranderingen die de Republiek aanhing en teweegbracht. Uiteraard waren er tegenstellingen, en die waren de communisten zelfs een revolutie waard, maar in groter verband en met name vanuit Chinees beschavingsoogpunt merkt men een sterke continuïteit. Zo horen we feministen de CCP bejubelen omdat die een einde gesteld heeft aan de middeleeuwse (niet antieke) praktijk van het inbinden van vrouwenvoeten; maar dat is al door de Republiek gedaan, alleen kon die haar macht nog niet in alle uithoeken van het land doen gelden. De continuïteit gaat trouwens nog verder: het was al een prioriteit geweest voor de hier eerder besproken hervormer Kang Youwei die in 1895 even de kans kreeg om het Keizerrijk te moderniseren. Op economisch gebied was er al een begin van zwenking naar westerse modellen na de Eerste Opiumoorlog (1839-42), al had dat totaal niet de grondigheid van de Meiji-verwestersing in Japan, en zou het de neergang van China niet stoppen. Ook in die tijd werden de eerste maatregelen uitgevaardigd om Chinese traditionele “geneeskunst”, zoals westerse medici haar spitsvondig omschrijven, door westerse geneeskunde te vervangen. (Juist de CCP zou de traditionele geneeskunde een tweede adem geven, vooral door de praktische overweging dat zij goedkoper was.) Maar waar de verwestersing onder het keizerrijk door traagheid en traditionalistische weerstand nooit ver geraakte, zou de Republiek daar volop op inzetten. Op sommige gebieden werd die lijn in de Volksrepubliek verder doorgetrokken, op andere speelde de Koude Oorlogstegenstelling met de “Amerikaanse marionetten” van de GMD. De zichtbaarste tegenstelling tussen de Republiek en de Volksrepubliek is het Chinese schrift. In Taiwan (en Hong Kong) gelden nog de traditionele karakters die al ruim 2200 jaar in voege zijn, op het vasteland een vereenvoudigde vorm die in de jaren 1950 ingesteld is. Om esthetische en cultuurhistorische redenen is de traditionele vorm verre te verkiezen, en op Taiwan steekt men de draak met het gebrek aan logica in de vereenvoudigde karakters: zo bevat liefde, ai 愛, in de vereenvoudigde vorm 爱 geen element 心 xin, “hart”, meer. Maar door de informatietechnologie is de terugkeer naar de traditionele vorm niet ondenkbaar meer: één muisklik kan een heel tekstcorpus hertalen. Of om iets negatiefs te noemen: men zegt dat de CCP vijandig stond tegenover de democratie, terwijl de huidige Republiek China een volwaardige democratie is. Maar ten eerste bewees de CCP wel lippendienst aan de democratie, van waar de termen “volksdemocratie” en “volksrepubliek”. Toen zij op de revolutie geen vrije verkiezingen liet volgen, zei ze niet dat ze die principieel niet wou, maar gaf ze voorwendsels waarom ze even nie0t konden. En ten tweede was het bij de GMD tot de eerste vrije presidentsverkiezingen in 1996 ook niet veel meer dan lippendienst. In internetlijstjes over de grootste massamoordenaars vind je naast Mao Zedong (en Léopold II) vaak verrassend genoeg ook Jiang Jieshi, die wel een brutaal repressiepalmares had. Conclusie Het is pas sedert de oversteek naar Taiwan dat de Chinese Republiek zich is gaan herprofileren als behoeder van het Chinese erfgoed. Daarvoor was het een deel van het verwestersingsproces dat eerder al begonnen was en daarna, met andere klemtonen, verdergezet is. Taiwan verdient beter dan een militaire annexatie. Vóór Xi Jinping leek het erop dat de Volksrepubliek in een sfeer van toenemende ontspanning, vrijheid en culturele herbronning naar de Republiek toegroeide. Aangezien de GMD sowieso de eenheid van China belijdt, zou het tot een vreedzame hereniging kunnen komen. De laatste jaren is er echter een her-maoïsering bezig, met ondermeer toenemende repressie tegen de kapitalistische uitwassen (wat nog verdedigbaar is) en tegen de godsdiensten, ook de inheemse. De tegenstellingen uit de Koude Oorlog zijn terug, en het zou voor Taiwan onaangenaam kunnen aflopen. Maar vanuit Chinees beschavingsstandpunt zal het weinig verschil maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten