maandag 11 mei 2020

Kolonisering, een begripsverheldering: 1. Wat is een kolonie?

.
Kolonisering, een begripsverheldering

De Leuvense Letterenfaculteit waaraan ik goede herinneringen bewaar, geeft tegenwoordig het tijdschrift Uit het Erasmushuis uit. Daarvan viel in mijn brievenbus juist een nieuw nummer, gewijd aan ‘kolonialisme revisited’. Goed Nederlands, het soort waarvan de finesses in het genoemde Erasmushuis in mijn tijd nog onderwezen werden, zou daar gezegd hebben: ‘terug naar (het) kolonialisme’ (zie ‘Terug naar Oosterdonk’, het Vlaamse antwoord op ‘Brideshead Revisited’). Maar goed, het is best lezenswaard en erg representatief voor de vandaag verplichte mening over het onderwerp, dus we zullen er de komende weken dieper op ingaan. Er is nood aan puntjes op de i in het gebruikelijke postkoloniale vertoog.

1.  
  Wat is een kolonie?

(Doorbraak, 6 mei 2020)

Een ‘kolonie’ is oorspronkelijk een volksplanting die een beoogd gebied komt ontwikkelen (‘colere’: telen, cultiveren), althans zoals de betrokken bevolking het begrip ‘ontwikkelen’ begrijpt. Dat gebeurt niet uit deernis omdat dat gebied er zo troosteloos bijligt, maar omdat de betrokken bevolking of de maatschappij die hen uitzendt, er voordeel wil uithalen. Dat kan het uitbaten van goederen uit of in het koloniegebied zijn, maar oorspronkelijk toch de verlichting van de bevolkingsdruk in een overbevolkt geworden brongebied. Als de kolonie reeds bevolkt was, worden de oorspronkelijke bewoners tweederangsburgers, wat soms weinig meer dan symbolisch kan zijn (zoals de staart die de Chinezen onder het Mantsjoe-bewind moesten dragen) maar ook slavernij kan betekenen (Carthago na de Romeinse verovering), verbanning, of zelfs uitroeiing. De Duitse verovering was in het Westen louter een bezetting, terwijl het oosten de levensruimte voor Duitse kolonisten moest worden, met een ondergeschikte rol voor de Slaven en uitroeiing voor de Joden.

 ‘Koloniseren’ overlapt met ‘veroveren’ maar is niet hetzelfde. De eerste mensengemeenschap die uit Oost-Afrika naar Jemen trok, koloniseerde dat gebied maar veroverde het niet op iemand; en idem voor de oerbewoners van Oceanië en Amerika. Tijdens de Europese kolonisering in andere werelddelen werden ook louter economische wingewesten, die uitgebuit werden maar geen stelselmatige volksplanting kenden, eveneens ‘kolonie’ genoemd, bijvoorbeeld India (waar het Britse bewind uit een louter handelsrelatie gegroeid is) in tegenstelling met de Amerikaanse bevolkingskolonies. Ook zonder volksplanting kon men daar van koloniseren spreken, namelijk omdat “de kolonisator zijn taal, godsdienst, rechtssysteem, economisch systeem, ethische en ideologische overtuigingen opdrong aan de oorspronkelijke bevolking”.


Moederland

Men spreekt maar van een kolonie zolang er een band blijft met het ‘moederland’. Carthago werd niet vanuit Fenicië bestuurd, maar hield er contact mee en behield eeuwenlang dezelfde taal en godsdienst. Kolonies die door Griekse steden gesticht waren, behielden vaak lang nog een band met de moederstad ook al waren zij zelfbesturend, bijvoorbeeld door alleen nieuwkomers uit de moederstad als staatsburger te aanvaarden. In de voortijd was de staat van kolonie echter slechts een overgangsfase: het moederland werd gaandeweg vergeten. We mogen aannemen dat de eerste landverhuizers van Oost-Afrika naar Jemen na enkele generaties alle herinneringen aan hun moederland verloren waren.

Ik herinner me een toespraak van een ANC-vertegenwoordiger in de tijd van de Apartheid, die dat bewind (en dat van Rhodesië/Zimbabwe na de ‘eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring’) als een ‘kolonialisme van het nieuwe type’ beschreef, namelijk ‘omdat de band met het moederland doorgesneden is’. Maar vóór de uitvinding van de moderne staat was dat de normale evolutie van een kolonie: zij groeide weg van haar moederland, vaak met als breukmoment een periode waarin dat zelf veroverd werd, zoals toen de Zuid-Amerikaanse landen hun vrijheid grepen zodra Spanje zelf door Frankrijk bezet werd. Soms is zulk een bezetting zelfs oorzaak van een volksverhuizing, zoals die van een aantal Germaanse stammen die, opgejaagd door de Hunnen, hun moederland kwijt geraakten en dan maar een deel van het Romeinse rijk gingen veroveren. Die ‘Germaanse volksverhuizingen’ worden hier nochtans als eerste kolonisering genoemd.


Niet-Europees kolonialisme

Een echte kolonisering was de degene die ons tijdschrift als tweede vermeldt: die door ‘de mohammedaanse Berbers in Spanje’. Weliswaar wordt dat gevolgd door het oude smoesje dat ‘er in Al-Andalus een grote verdraagzaamheid van de islam tegenover de andere godsdiensten blijkt geweest te zijn’, een verplicht nummertje.  Maar we kunnen alvast de Reconquista als een antikoloniale strijd kenmerken; een eretitel.
De verovering van en volksverhuizing naar Mexico door de uit Utah stammende Azteken beantwoordt helemaal aan de definitie van kolonisatie, compleet met de wrok bij de inheemsen die hen met de Spanjaarden deed collaboreren. Maar wie het begrip ‘kolonialisme’ tot een Europese onderneming wil verengen, vindt zelfs in de Europese geschiedenis elementen die het voorgeschreven denkspoor in nevel dompelen.

De 20ste eeuw bevat enkele extreme voorbeelden, vooral het begin van een Duitse volksplanting in Polen in 1940-44, maar ook omgekeerd de verdrijving van de Duitsers uit Sudetenland en het echte Oost-Duitsland. Maar dezelfde vestiging en daarna de verdrijving van talloze settelaars vond evenzeer plaats in Mantsjoerije, namelijk uit het overbevolkte Japan. En het gaat veel verder terug, zoals de Duitse Unterwanderung van wat Oost-Pruisen zou worden. (Ook Vlamingen volgden de lokroep: ‘Naar Oostland willen wij varen’.) Of de Bantoe-verovering van oostelijk Zuid-Afrika ten nadele van de Khoisan-volkeren. Daardoor had Nelson Mandela als Bantoe zulke typische bolle wangetjes van de Khoisan, en heeft zijn taal (Xhosa) de click-klanken van de Khoisan geïntegreerd.

De huidige Indo-Europeessprekende volkeren van Europa deden hier als veroveraars uit Rusland een kleine vijfduizend jaar geleden aan gewelddadige bevolkingsvervanging ten nadele van de vorige bevolking. Die bestond uit landbouwers die zelf ons werelddeel een paar duizend jaar eerder vanuit Anatolië gekoloniseerd hadden, ten nadele van de oerbewoners (die zelf weer de Neanderthalers unterwandert hadden). Ja, Europa heeft een zwaar verleden, maar niet alleen Europa. Kolonisatie is zo oud als de mensheid, en het is tegen die achtergrond dat we het ‘kolonialisme’ moeten beoordelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten