(Doorbraak, ca. 31 januari 2017)
Vrije meningsuiting
Peter De Roover volhardt in zijn
oproep om de vrije meningsuiting ten gunste van de radicale islam aan banden te
leggen. Het algemene antwoord daarop luidt: verderfelijke meningen bestrijd je
in normale omstandigheden met tegengestelde en beter beargumenteerde
meningsuitingen. Op dat punt is er geen onderscheid tussen racistische, negationistische,
links-revolutionaire en radicaal-Islamitische meningen. Of wel?
Linkse meningsuiters zijn bij ons
nooit verontrust geweest. Zogenaamd racistische en negationistische meningen
zijn wel gemuilkorfd, trouwens met goedkeuring van al de partijen die nu de
N-VA-er de mantel uitvegen. Om de inderdaad wenselijke gelijkheid tussen al die
extremen te herstellen, is er één democratische weg: allemaal gelijkelijk
toelaten. Als Joachim Pohlmann het vreemd vindt dat de “haat”-emo van Miss
België strafbaar is en islamitische haatoproepen niet, dan is de democratische
oplossing, ervoor te zorgen dat ook de meningsuitingen van Miss België
toegelaten worden (en dat haar vervolger, het antiracismecentrum UNIA,
opgedoekt wordt).
Vrije meningsuiting is inderdaad
grondleggend en onmisbaar voor de democratie: vooraleer het volk een beslissing
neemt, moet het van alle relevante informatie en standpunten kunnen kennis
nemen. Het alternatief is een oligarchie waarin de bovenlaag vrij toegang heeft
tot informatie die zij aan de onderlaag ontzegt. Je bent ofwel voor de vrije
meningsuiting ofwel tegen de democratie.
Tegen de democratie
Nu, dat laatste is geen doodzonde:
sedert Plato heeft er altijd beredeneerde en uitgesproken kritiek op de democratie
bestaan. In de late 20ste eeuw gold daar echter een taboe op, met verwijzing
naar de gevolgen van de wijdverspreide democratiekritiek in het interbellum.
Maar nu worden de teugels gevierd en hoort men de aloude argumenten tegen de
democratie opnieuw luidop. Tot en met de paus, hoofd van een theocratische
organisatie (zelfs de besluitvorming bij stemming in concilie wordt door de Heilige
Geest gestuurd), heeft bij Donald Trumps verkiezing gewaarschuwd dat Adolf Hitler
ook democratisch verkozen was. Ja, de democratie is een gevaar voor de
democratie…
Anti-democratische standpunten zijn
dus in de mode. Een ander symptoom van deze neerwaartse trend is de openlijke demonisering
van de democratie als zijnde “populisme”. Het summum van populisme is dan de
directe democratie: cut out the
middle-man, geef inzake de grote beleidslijnen gevolg aan de mening van het
volk in rauwe gedaante zonder dat die door een elite van parlementairen naar
het eenheidsdenken toe gestroomlijnd is.
Despotisch gezinden gaan soms
specifiëren dat zij tegen “directe” democratie zijn, zoals tegen de vele
EU-referenda die een voor de eurocraten negatieve uitslag opgeleverd hebben.
Maar het blijven dezelfde aloude argumenten pro despotisme: “Het volk kent er
niet genoeg van”, “het volk raadplegen is inefficiënt”, “het volk reageert te
gevoelsmatig”. De N-VA is tegen directe democratie en leverde, nog als kleine
partij, de beslissende stem om een Vlaams referendum over de EU-grondwet te
verhinderen. (De andere Volksuniesplinter, Spirit, zorgde daar op federaal
niveau voor. De Vlaamse Beweging moet er niet fier op zijn.)
Islam
Maar moeten we islamitische
haatpredikanten dan zomaar vrij laten om hun vergif te spuien, vaak met
noodlottige gevolgen? Hun woord kan de kantelfactor zijn die iemand naar Syrië
doet vertrekken om er te moorden en te sneuvelen; of die iemand zijn wagen op
een mensenmassa doet inrijden. Het is op zich een uiting van
verantwoordelijkheidszin als men hun invloed wil beteugelen.
Vooraleer we hier tot een
steekvlamwet besluiten om hen de mond te snoeren, moeten we begrijpen waarom
zij zulke paniekmaatregel zouden rechtvaardigen. Waarom heeft hun advies zo
veel impact?
Het antwoord is helaas maar al te
eenvoudig: hun woord heeft gezag omdat zij namens de islam spreken. Slechts
zeer weinig onevenwichtigen zullen tot een misdaad overgaan gewoon omdat iemand
hun zegt dat die daad wenselijk of zelfs een plicht is. Anders wordt het
wanneer een voorganger in de jou door je liefhebbende ouders ingelepelde
religie je inprent dat die misdaad God welgevallig is. En dat de haat die hij
predikt, niets anders dan een daad van vroomheid is.
In deze tekst wil ik niet meer doen
dan het werkelijke probleem aanduiden waarvan de haatpredikingen waarover De
Roover zich zorgen maakt, slechts een uiting zijn, namelijk de islam. Wat er
dan wel aan dat probleem gedaan moet worden, is inderdaad een delicaat en
rechtskundig ingewikkeld vraagstuk, zoals Paul Cliteur tijdens zijn recent debat
met Wim Van Rooy in de Amsterdamse Balie toegaf. Maar een muilkorfwet is alvast
niet de oplossing. Hij zal trouwens contraproductief blijken en tot allerlei
geuzengedrag aanleiding geven, zodat de haatpredikers en hun steunbasis nog eens
het slachtoffer kunnen uithangen en sympathie vergaren. Genre Madeleine
Albright (met vele duizenden Iraakse moslimdoden op haar geweten) die zich “uit
solidariteit” als moslim laat registreren.
Conclusie
Het is toe te juichen dat Peter De
Roover het islamprobleem ernstig genoeg neemt om voor één bepaald aspect ervan
een bijzondere wet te willen maken. Stoppen met wegkijken is op zich al een
politieke revolutie, ook in de N-VA, en wel een broodnodige.
De specifieke maatregel die hij
voorstelt, is echter een minder gelukkige. Hij offert een wezenlijke verworvenheid
van onze rechtsstaat, namelijk de onbelemmerd vrije uiting van alle meningen,
op om daarmee een beperkt en tijdelijk probleem hopelijk uit de wereld te
helpen. Bovendien bestrijdt hij daarmee slechts een symptoom van het hele
islamprobleem, dat bij het opduiken van zulke wettelijke hindernis heus wel
andere wegen kent om zijn machtsstreven kracht bij te zetten. De islam zelf
veroorzaakt op allerlei manieren en in heel uiteenlopende landen al veertien
eeuwen ellende, en dat wetje in ons landje tegen een terloops uitinkje ervan
zal die ellende niet beëindigen: le
ventre est encore fécond, d’où a surgi la bête immonde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten