maandag 14 augustus 2017

Rechts, vunzig, en zot








Rechts, vunzig, en zot

('t Pallieterke, februari 2007)




Het VB mag de politie en haar voogdijminister Patrick Dewael wel dankbaar zijn. Stel je voor dat die neonazistische militairen echt werk hadden kunnen maken van hun plannen voor aanslagen, één halfgeslaagde moordaanslag zou al volstaan. Dat zou geen losgeslagen zelfmoordenaar zijn die ten persoonlijken titel nog wat negerinnen in zijn dood wil meesleuren, maar een expliciet politieke daad van een groep waarvan allicht wel aan enkele leden wel één of andere band met het VB kan toegeschreven worden. De kiezers hebben het VB al veel vergeven, maar daar zou toch een grens overschreden zijn. En het repressie-apparaat zou in actie komen.

Degenen die eraan herinneren dat de islam niet de enige ideologische voedingsbodem voor terreur is, hebben natuurlijk gelijk. Het kan niet genoeg herhaald worden: de lijn tussen goed en kwaad loopt doorheen elke mens, en het kwaad in de islam is maar één actualisering van een universeel kwaad, dat ruim vóór de islam reeds bestond en allicht ook het nakende einde van de islam zal overleven. Geen tijd dus voor zelfgenoegzaamheid: wanneer je je moreel superieur begint te voelen omdat je in het vijandige kamp verwerpelijke tendenzen ontwaart, kijk dan maar eens rond in eigen kring, misschien ontwikkelt zich daar wel iets gelijkaardigs.

Toch heeft elk kamp zo zijn eigen kenmerken. Laat ons eens het extremisme van links met dat van rechts vergelijken. Het eerste wat opvalt is het enorme verschil in doelgerichtheid. In de jaren ’70 ontvoerde en vermoordde de Rote Armee Fraktion (RAF) grootkapitalisten, de Cellules Communistes Combattantes (CCC) vernielden in 1984-85 eigendommen van banken en multinationals, kortom: links richt zijn kogels op zijn vijanden. De vermeende blanke racist Timothy McVeigh daarentegen blies in 1995 een gebouw op in één van de blankste steden van de VS en doodde in het wilde weg meer dan honderd leden van het ras dat hij meende te verdedigen. Idem voor de aan neofascisten toegeschreven bomaanslag op het station van Bologna in 1980. Rechts geweld heeft iets benevelds en suïcidaals, links geweld is in zekere zin nuchter en rationeel.

Nog zo’n verschil betreft de doeltreffendheid. Groenlinks militant Volkert van der Graaf besloot in mei 2002 om Pim Fortuyn te vermoorden, dus hij schoot hem op een rustig plekje van dichtbij dood, en het had weinig gescheeld of hij was nog ongemoeid weggeraakt ook. Twee maanden later fantaseerde de Franse nationalistische militant Maxime Brunerie erover om president Jacques Chirac te vermoorden, dus nam hij een oud geweer, ging op veel te grote afstand tussen een massa mensen staan, schoot er compleet naast en werd meteen overmeesterd. Links schiet met scherp, rechts met stomp.

We kunnen ook de achterliggende denkwereld vergelijken. Tegenwoordig maakt het internet het gemakkelijk om over de schouder van de betrokkenen mee te lezen in hun onderlinge gedachtenwisselingen. Neem nu de parameter “haat”. Links is vervuld van haat tegen zijn politieke opponenten en tegen rivaliserende linkse scholen. Een psychologisch voordeel is dat dit een maatschappelijk aanvaard soort haat is, één waartegen geen wetten afgekondigd worden. Dat helpt verklaren waarom die haat meestal erg rationeel tot uiting komt: in scheldpartijen met ideologisch karakter (“lepe trotskist!”).

De haat in het rechtse kamp neemt gedrochtelijker vormen aan. Voor een deel komt dit door het gevoel van vervolging, wat leidt tot allerlei vermommingen in de meningsuiting (“ik ben geen racist, maar…”), die dan na een borreltje of drie gecompenseerd worden in extra cruë scheldtirades. Een ander verklarend verschil is dat echte haat normaal een reactie is van slachtoffers op reëel leed. Links teert verder op de begrijpelijke haat van de 19de-eeuwse verworpenen der aarde tegen hun uitbuiters, maar vandaag is dit een luxehaat geworden: de linkse woordvoerders behoren zelden tot de klasse die echt afziet. Degenen die ondanks het vooruitzicht van ostracisme het extreemrechtse kamp vervoegen, hebben veelal echt iets “meegemaakt”: afgetuigd door vreemdelingen bijvoorbeeld. Wraakzucht is een veel sterkere factor van haat dan de waan van morele superioriteit waarin links baadt. In die zin is het vandaag niet onjuist om haat eerder met rechts te associëren.

Maar er is nog meer aan de hand. Op rechts-nationalistische forums vind je veel vileine aanvallen van persoonlijke aard, zie bv. de drukbezochte webstek www.thebirdman.org van John Bryant. De man is wetenschapper, rond de zestig en lid van Mensa, dus je zou denken dat hij weet wat hij doet. Welnu, hij “onthult”, tussen alle verhalen over het “bedrog” van 11 september door, dat mede-revisionist David Irving (twee maal getrouwd, vader van vijf) homo is, en erger nog, dat zijn moeder joods was. Verder is de Vogelaar gastheer voor andere rechtse rakkers die mekaar beschuldigen van seksueel en financieel wangedrag, of dat ze infiltranten van de politie of de joodse lobby zijn. Een afvallige uit een neonazi-clubje getuigt er: “Ik was daar de enige met een normaal gezinsleven. De ene helft was homo, de andere bleef maar vragen hoe mijn vrouw in bed is.” Zoiets heb ik nog nooit gehoord van een ex-lid van pakweg Amada (nu de Belgische Partij van de Arbeid) waar een partijmilitant statutair “van onberispelijk moreel gedrag” moest zijn.

Minder pikant maar toch wel tekenend is een mail die ik recent van een ex-NSV-er ontving: “Wat nu NSV en mezelf betreft: een jaar geleden heb ik volledig gekapt met ‘de beweging’. Ik ben inhoudelijk opgeschoven naar het centrum en ben gaan inzien dat de wereld wat groter is dan de Vlaemsche zaak alleen. Bovendien heb ik geleerd dat de zogenaamde beweging afgeladen vol zit met sektarische gekken en andere smeerlappen -- de uitzonderingen niet te na gesproken -- die maar al te graag ‘afvalligen’ nog wat dieper in de str… duwen.”

Ik zou hieruit vooral onthouden dat het rechts-nationalistische milieu vol zit met “gekken”. Dat verklaart namelijk het zopas opgerolde complot. Links heeft ook zijn gekken gehad, de anarchisten die een eeuw geleden heel wat gerichte moorden pleegden, echter zonder het Systeem ten val te brengen. Een tsaar vermoorden is gemakkelijk, het tsarendom opblazen nog wat anders. Datzelfde zien we nu bij rechtse samenzweerders: ze zouden eens een paar moorden gaan plegen om België te “destabiliseren”,-- en dan? Welk doel wordt daarmee verwezenlijkt behalve treurnis bij de nabestaanden en gegarandeerde repressie tegen je eigen kringen? Staat de massa klaar om op het signaal van de terreuraanslagen een revolutie te ontketenen? Ik zie daar bij de “volgevreten Vlamingen” (dixit Karel Dillen) geen teken van.

In de jaren ’70, toen ik een leergierige tiener en meeloper van extreemlinks was, woedde er daar een levendig debat over het terrorisme van de RAF. Ik had wat gewetensproblemen met die linkse doctrine van het “rechtvaardig geweld”, en het stelde me tevreden dat de linkse tenoren althans het terrorisme duidelijk afwezen. Dat bleek eigenlijk in de marxistisch-leninistische traditie te passen: tijdens de revolutie en na de machtsovername werd er niet op een miljoen doden meer of minder gekeken, maar in de jaren van voorbereiding duldde men geen contraproductieve terreuracties, een geval van “links deviationisme”, die “kinderziekte van het communisme”. De Chinese communisten hadden meermalen de gelegenheid om Tsjiang Kaisjek om te brengen, maar ze lieten hem ongemoeid, wat hen niet belette om hem China afhandig te maken. De Russische dissident Aleksandr Solzjenitsyn was in Rusland en zelfs in ballingschap in de VS zeker binnen bereik van KGB-moordenaars, maar hij werd nooit op die manier verontrust.

In het annus mirabilis 1989 had ik de eer om Sita Ram Goël te leren kennen, de Indiase Solzjenitsyn; hij had in de jaren ’50 en ’60 regelmatig waarschuwingen over een aanslag wegens zijn anti-communistische geschriften afgewimpeld: “Ik heb mijn Lenin gelezen, dat is gewoon hun methode niet.” Hij is in 2003 op 82-jarige leeftijd vredig in zijn bed gestorven. Maar de doortastende Indiase communisten hebben zonder geweld wel een onaantastbare machtspositie verworven in de culturele en menswetenschappelijke sector en in het bestuur van enkele deelstaten.

In de jaren ’70 maakte de analyse van Herbert Marcuse veel indruk: terreur kan gerechtvaardigd zijn in een prerevolutionair klimaat om een reeds wankelend Bestel een duwtje te geven; maar in de huidige situatie zou ze het Bestel alleen versterken. En als onze neonazi’s niet naar die joodse prof willen luisteren, probeer het dan eens met Horst Mahler, vandaag neonazi, toen RAF-militant en in de cel. De “tweede generatie” van de RAF trachtte hem in ruil voor gijzelaars vrij te krijgen. Hij weigerde de vrijlating en mocht in een TV-rede uiteenzetten waarom. Hij was inmiddels tot de maoïstische Kommunistische Partei Deutschlands toegetreden, die terreuracties afwees en geweld slechts juist achtte op het geschikte tijdstip en dan als massabeweging planmatig gegidst door de voorhoedepartij. Hij besloot zijn charismatische rede met een oproep tot discipline: “Vorwärts! mit der KPD.” Adembenemend vond ik dat.

De KPD-revolutie is er nooit gekomen, maar niet-terroristisch links heeft via de lange mars door de instellingen toch een enorme macht veroverd. De RAF daarentegen is roemloos ten onder gegaan, en ook onze CCC hebben niet veel bereikt. Maar toch dit ene: ze hebben bewezen dat een gedisciplineerde groep een jaar lang aanslagen kan plegen zonder opgerold te worden. Daarin zijn de lallende rechtse complottisten alvast niet geslaagd.



(Tot zover vunzig klein-rechts. Geldt zoiets ook voor het VB? Komt en leest daarover volgende week!)



De kikker en de schorpioen



Geert van Cleemput heeft het nieuws gehaald met de voorstelling van zijn afrekening met het VB, Vlaams Geblokkeerd. De boekhelft over ideologische kwesties, waarin hij ondermeer zijn argumentatie tegen het neo-belgicisme herneemt, is warm aanbevolen, maar de kranten hebben zich op de andere helft gestort: het relaas van intriges binnen de partij.

Wie verlekkerd is op pikante onthullingen over vunzigheid van het soort dat je in de echt extreemrechtse zelfkant wel aantreft, zal echter teleurgesteld zijn. Onder de uittreksels die de kranten gretig afgedrukt hebben, stond dus niet: “Senator X is goed bekend bij de hoeren van Brussel-Noord”, met als staartje om de VB-ers te treiteren: “…vooral bij de negerinnen.” Nee, bij de fletse anekdotes over de seksistische praatjes van sommige kopstukken rijst eerder de bedenking dat het ten kantore van Vandela niet heel anders zal zijn, om van de partnerruilende VLD-top maar te zwijgen. Het VB mag dan wat “tuig van de richel” aangetrokken hebben, het blijft wel teren op de oude traditie van deugdelijk flamingantisch idealisme.

Pijnlijker is het ellebogenwerk tussen de verschillende groepen, gedefinieerd naar ideologische kleur of naar loyauteit aan een leidersfiguur. Van Cleemput schetst ons een machtsstrijd tussen een racistische macchiavellist en een flamingantische voddenvent, die de achtergrond vormt van zijn eigen opkomst en ondergang in de partij. Hij vermeldt ook enkele pesterijen vanwege rabiate vrijzinnigen jegens de katholieke tenoren. Merk op dat het hier louter om persoonlijke twisten gaat, niet om een ideologische tweestrijd over de partijlijn, zoals men zich die toch had kunnen voorstellen naar aanleiding van bv. de legalisering van euthanasie, de “Romeinse dood” aanbevolen door nieuwrechts idool Friedrich Nietzsche.

Binnen het VB is het geruzie om postjes zo bitter omdat de partij haar mensen uit eigen middelen moet belonen terwijl andere partijen elders baantjes en profijten kunnen verdelen. Maar dat in acht genomen, is het slangenkuilgehalte van het VB niet veel hoger dan in de partijpolitiek als geheel. De fouten van het VB zijn voor een Vlaams-nationalist als Van Cleemput alleen erger dan die van anderen omdat ze de Vlaamse zaak schaden. Na dit getuigenis van iemand die er alle belang bij had om de VB-politici zo negatief mogelijk voor te stellen (zeker na alle laster die partijleden over Van Cleemputs eigen academisch palmares en liefdesleven rondgestrooid hebben), zou ik zeggen: is het dat maar?

Blijft echter de kritiek op de politieke lijn van de partij. Van Cleemput gaat zijns ondanks een eind mee met zijn oude vijand Marc Spruyt in de stelling dat vele fatsoensbevorderende maatregelen van de partij louter kosmetisch zijn. Zo zouden gênante figuren met criminele of nazistische banden eerst luidruchtig buitengegooid worden maar nadien discreet toch weer binnen gehaald. Er blijkt een grijze zone te zijn van personele overlappingen tussen VB-randorganisaties en groupuscules waarmee de partijtop liever niet op de affiche wil. Daar kan de partij toch best eens klaarheid scheppen, al geldt natuurlijk het excuus dat de top van SP.a en Groen! evengoed vol “ex”-communisten zit.

Maar men hoeft niet eens te snuffelen in het vermeende VMO-verleden van obscure partijleden, er zijn nu eenmaal de politieke daden gesteld door of met goedkeuring van de partijleiding. Na het proces dat de partij tot ontbinding en herstichting noopte, leende Gerolf Annemans zich tot dramatische verdenkingen met zijn mededeling dat hij de rechters “niet vergeten” zou. Hij moet toch geweten hebben dat men dit als een maffieus dreigement zou opvatten?

Telkens wanneer de waarnemer ervan overtuigd raakt dat het VB eindelijk fatsoenlijk geworden is, komt er wel een dergelijke uitspraak uit een leidersmond gerold, bijvoorbeeld die van Dewinter over het treurige lot dat verkrachters te wachten staat onder een regime van lynchjustitie. Of er wordt wel een herdenking voor Staf De Clercq op touw gezet om de uitdovende collabo-link nieuw leven in te blazen. Goed, die man behoort tot de geschiedenis van de Vlaamse beweging, inderdaad heel eerlijk om dat zo te zeggen, maar de socialisten houden toch ook geen hulde voor Hendrik De Man, evenzeer een collaborateur uit hun geschiedenis?

Bekijk het ook eens vanuit het standpunt van de buitenstaanders die hun nek uitsteken voor het VB, bv. prof. Erik Suy die een voorwoord schrijft bij het Turkije-boek van Koen Dillen en Philip Claeys, of prof. Matthias Storme die het gerechtelijk partijverbod juridisch de grond in boort. Ik neem aan dat die mensen zich door zulke misstappen wat in de rug geschoten voelen. Waarom kan het VB het niet laten om zijn potentiële bondgenoten en zichzelf te beschadigen?

Misschien heeft een linkse blogger wel de verklaring gegeven met zijn verwijzing naar de fabel van de schorpioen die een kikker vroeg om hem de rivier over te brengen. Hij verzekerde hem dat hij niet zou steken, “want als jij sterft, dan verdrink ik zelf”. Maar halfweg de oversteek voelde de kikker een prik, en beide verdronken. Met hun laatste adem wisselden ze nog deze woorden: “Je had toch gezegd dat je niet zou steken?” – “Ja, maar het was sterker dan mezelf, het is nu eenmaal mijn aard.” Het is blijkbaar de onvervreemdbare aard van het beestje die zich doorzet wanneer het VB zich op foute uitspraken laat betrappen.

Sommigen doen aan politiek om zich uit te leven, anderen om een doel te bereiken. Wie echt de zege wil, moet zichzelf heruitvinden en de juiste gedaante aannemen om maximaal doeltreffend te zijn, dus niet toegeven aan ingeroeste doe- en denkgewoonten. Als het VB die sprong niet kan maken, zal het toch eens een noodlottige fout maken. Tenzij de etnische spanningen zodanig escaleren dat de kiezer zich zonder omzien achter de strijdbaarste partij schaart, ongeacht de vlekken op haar blazoen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten