zaterdag 11 februari 2017

Wegkijken leidt tot censuur


(Doorbraak, ca. 31 januari 2017)


Vrije meningsuiting

Peter De Roover volhardt in zijn oproep om de vrije meningsuiting ten gunste van de radicale islam aan banden te leggen. Het algemene antwoord daarop luidt: verderfelijke meningen bestrijd je in normale omstandigheden met tegengestelde en beter beargumenteerde meningsuitingen. Op dat punt is er geen onderscheid tussen racistische, negationistische, links-revolutionaire en radicaal-Islamitische meningen. Of wel?

Linkse meningsuiters zijn bij ons nooit verontrust geweest. Zogenaamd racistische en negationistische meningen zijn wel gemuilkorfd, trouwens met goedkeuring van al de partijen die nu de N-VA-er de mantel uitvegen. Om de inderdaad wenselijke gelijkheid tussen al die extremen te herstellen, is er één democratische weg: allemaal gelijkelijk toelaten. Als Joachim Pohlmann het vreemd vindt dat de “haat”-emo van Miss België strafbaar is en islamitische haatoproepen niet, dan is de democratische oplossing, ervoor te zorgen dat ook de meningsuitingen van Miss België toegelaten worden (en dat haar vervolger, het antiracismecentrum UNIA, opgedoekt wordt).

Vrije meningsuiting is inderdaad grondleggend en onmisbaar voor de democratie: vooraleer het volk een beslissing neemt, moet het van alle relevante informatie en standpunten kunnen kennis nemen. Het alternatief is een oligarchie waarin de bovenlaag vrij toegang heeft tot informatie die zij aan de onderlaag ontzegt. Je bent ofwel voor de vrije meningsuiting ofwel tegen de democratie.



Tegen de democratie

Nu, dat laatste is geen doodzonde: sedert Plato heeft er altijd beredeneerde en uitgesproken kritiek op de democratie bestaan. In de late 20ste eeuw gold daar echter een taboe op, met verwijzing naar de gevolgen van de wijdverspreide democratiekritiek in het interbellum. Maar nu worden de teugels gevierd en hoort men de aloude argumenten tegen de democratie opnieuw luidop. Tot en met de paus, hoofd van een theocratische organisatie (zelfs de besluitvorming bij stemming in concilie wordt door de Heilige Geest gestuurd), heeft bij Donald Trumps verkiezing gewaarschuwd dat Adolf Hitler ook democratisch verkozen was. Ja, de democratie is een gevaar voor de democratie…

Anti-democratische standpunten zijn dus in de mode. Een ander symptoom van deze neerwaartse trend is de openlijke demonisering van de democratie als zijnde “populisme”. Het summum van populisme is dan de directe democratie: cut out the middle-man, geef inzake de grote beleidslijnen gevolg aan de mening van het volk in rauwe gedaante zonder dat die door een elite van parlementairen naar het eenheidsdenken toe gestroomlijnd is.

Despotisch gezinden gaan soms specifiëren dat zij tegen “directe” democratie zijn, zoals tegen de vele EU-referenda die een voor de eurocraten negatieve uitslag opgeleverd hebben. Maar het blijven dezelfde aloude argumenten pro despotisme: “Het volk kent er niet genoeg van”, “het volk raadplegen is inefficiënt”, “het volk reageert te gevoelsmatig”. De N-VA is tegen directe democratie en leverde, nog als kleine partij, de beslissende stem om een Vlaams referendum over de EU-grondwet te verhinderen. (De andere Volksuniesplinter, Spirit, zorgde daar op federaal niveau voor. De Vlaamse Beweging moet er niet fier op zijn.)



Islam

Maar moeten we islamitische haatpredikanten dan zomaar vrij laten om hun vergif te spuien, vaak met noodlottige gevolgen? Hun woord kan de kantelfactor zijn die iemand naar Syrië doet vertrekken om er te moorden en te sneuvelen; of die iemand zijn wagen op een mensenmassa doet inrijden. Het is op zich een uiting van verantwoordelijkheidszin als men hun invloed wil beteugelen.

Vooraleer we hier tot een steekvlamwet besluiten om hen de mond te snoeren, moeten we begrijpen waarom zij zulke paniekmaatregel zouden rechtvaardigen. Waarom heeft hun advies zo veel impact?
Het antwoord is helaas maar al te eenvoudig: hun woord heeft gezag omdat zij namens de islam spreken. Slechts zeer weinig onevenwichtigen zullen tot een misdaad overgaan gewoon omdat iemand hun zegt dat die daad wenselijk of zelfs een plicht is. Anders wordt het wanneer een voorganger in de jou door je liefhebbende ouders ingelepelde religie je inprent dat die misdaad God welgevallig is. En dat de haat die hij predikt, niets anders dan een daad van vroomheid is.

In deze tekst wil ik niet meer doen dan het werkelijke probleem aanduiden waarvan de haatpredikingen waarover De Roover zich zorgen maakt, slechts een uiting zijn, namelijk de islam. Wat er dan wel aan dat probleem gedaan moet worden, is inderdaad een delicaat en rechtskundig ingewikkeld vraagstuk, zoals Paul Cliteur tijdens zijn recent debat met Wim Van Rooy in de Amsterdamse Balie toegaf. Maar een muilkorfwet is alvast niet de oplossing. Hij zal trouwens contraproductief blijken en tot allerlei geuzengedrag aanleiding geven, zodat de haatpredikers en hun steunbasis nog eens het slachtoffer kunnen uithangen en sympathie vergaren. Genre Madeleine Albright (met vele duizenden Iraakse moslimdoden op haar geweten) die zich “uit solidariteit” als moslim laat registreren.   



Conclusie

Het is toe te juichen dat Peter De Roover het islamprobleem ernstig genoeg neemt om voor één bepaald aspect ervan een bijzondere wet te willen maken. Stoppen met wegkijken is op zich al een politieke revolutie, ook in de N-VA, en wel een broodnodige.

De specifieke maatregel die hij voorstelt, is echter een minder gelukkige. Hij offert een wezenlijke verworvenheid van onze rechtsstaat, namelijk de onbelemmerd vrije uiting van alle meningen, op om daarmee een beperkt en tijdelijk probleem hopelijk uit de wereld te helpen. Bovendien bestrijdt hij daarmee slechts een symptoom van het hele islamprobleem, dat bij het opduiken van zulke wettelijke hindernis heus wel andere wegen kent om zijn machtsstreven kracht bij te zetten. De islam zelf veroorzaakt op allerlei manieren en in heel uiteenlopende landen al veertien eeuwen ellende, en dat wetje in ons landje tegen een terloops uitinkje ervan zal die ellende niet beëindigen: le ventre est encore fécond, d’où a surgi la bête immonde.

.Als men dat immense islamprobleem recht in de ogen kijkt en ophoudt met smoesjes over een “echte, verdraagzame islam”, een “euro-islam”, of zelfs “méér islam als oplossing voor het radicalisme”, doen hoeft men zijn toevlucht niet te nemen tot schadelijke en vruchteloze maatregelen. Dan heeft men geen censuur nodig op het aanleren van een wettelijk toegestane en gesubsidieerde religie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten